dinsdag, april 28, 2009

De één noemt het wellicht relativeren....

Als je mij een aantal jaar geleden had gevraagd of ik ergens in geloofde, had ik geantwoord dat ik een agnost was. Ik zou niet weten of er meer is, laat staan een god, en het atheïsme is in mijn optiek te stellig. Een aantal eeuwen geleden geloofden ze ook dat de aarde plat was, maar van dat idee zijn ze later ook nog op terug gekomen.

Ik hou ook niet van het idee dat alles bepaald is en ik daar zelf geen invloed op zou kunnen uitoefenen. Als dat het geval zou zijn, dan lag ik wel de hele dag in mijn bed te ronken, slapend rijk te worden. Dat had X vast wel gewild. Vast wel. Dat geloof ik dan weer wel.

Sinds een paar jaar echter, geloof ik toch wel. Stiekem dan. En ik moet zeggen dat het me soms best wat rust en hilariteit geeft in mijn leven. Nuja, hilariteit is wellicht iets overdreven, maar ik kan er wel vaak om lachen.

Zo’n moment dat je plots drie grote onverwachte rekeningen aankomen, terwijl je nèt geen baan hebt en gigantisch rood staat.
Zo’n moment waarbij je de leuke jongen van de sportschool eindelijk tegenkomt in je natuurlijke habitat (de kroeg, red.), maar je wel je verschrikkelijkste outfit, je sporttenue (?!), aanhebt.
• Zo’n moment waarbij je met Valentijnsdag overspoeld (lees: overkill) wordt met cadeaus over de post, een heuse speurtocht (props voor de maker overigens ;)), en nog meer ‘gestalk’ (ja, het is een luxeprobleem, ik weet het), terwijl je jezelf eigenlijk een moment van rust wilde gunnen van dat hele datinggebeuren.
• Zo’n moment waarbij je ein-de-lijk je SIM-kaart hebt ontvangen (gezien je tas met mobiel gejat is), maar die je online niet kan activeren, omdat je nèt een uitzonderingsgeval bent, maar die je ook niet telefonisch kan activeren, omdat je huistelefoon het (ook al) heeft begeven; het via Skype niet lukt, omdat het een 0800 nummer betreft; en wanneer je uiteindelijk een goede buur hebt aangetroffen om gebruik te maken van zijn telefoon, blijkt vervolgens de klantenservice sowieso onbereikbaar te zijn vanwege een storing.

Dat gevoel alsof er iemand over je schouder met je meekijkt en zich bescheurd over welke ongein je allemaal mee maakt. Het is een etterbak en een sadist. Ik kan zelfs met een betrouwbaarheid van 95% zeggen dat het een mannelijke variant betreft. “Wordt ze hard van,”hoor ik hem al denken.

Het is een bureaucratische eikel, die de godganse dag alleen koffie loopt te zuipen en zo af en toe een Excelsheet erbij pakt om te kijken wanneer het weer tijd is. Puur statistisch: na een periode van veel geluk, komt een periode van ongeluk. Dat staat dan ook netjes in zijn sheet verwerkt. In een mooi grafiekje waarschijnlijk.

Ik geloof dan ook heilig in Kees, de ambtenaar die het leuk vind om zo nu en dan mijn lot te tarten. En als ik weer iets ongelooflijks bagger meemaak (uitgezonderd blijvende lichamelijke aandoeningen), dan weet ik dat ik op korte termijn iets zo über fantastisch mee zal maken. Kan ik weer lekker de pieken pakken.

Ik wacht dan ook met smart op mijn afwasmasjientje!