vrijdag, februari 19, 2010

Het ongewisse van het ongewassen

“Maar waarom heb je dat dan niet alvast in de week gezet?”
Ze zei het op zo’n lichtelijk geïrriteerde toon alsof ik weer eens lui was. Ik kon haar in dat op zicht ook geen ongelijk geven: lui zijn was mijn tweede aard, zoniet mijn eerste.

“Ja, maar dat weet ík toch niet hoe dat allemaal werkt?”, reageerde ik verontwaardigd. Toen ik mijzelf dat hoorde zeggen, bedacht ik me dat het inderdaad niet veel werk geweest zou zijn als ik die panty en BH in de week had gezet. Het was een kwestie van een bak water vullen en de kledij erin te stoppen. Het meest verontwaardigd was ik dan ook op mijzelf: eigenlijk wist ik niet hoe een handwas werkte.

“Ik wist het gewoon niet!”, verontschuldigde ik mij, “Als ik een handwas doe, dan ben ik met zo’n drie minuten klaar: ik pak het kledingstuk, doe het onder de kraan, doe er wat wasmiddel bij, ga het een beetje opwrijven, spoel het uit, en vervolgens herhaal ik het ritueel weer van vooraf aan. En daarna spoel ik het twee keer uit en dan hang ik het op. Ik zeg je, met drie minuten ben ik klaar, niets weken…”

Ze zweeg en ze keek me aan met zo’n blik van ach-waar-maak-ik-mij-ook-druk-om. Alsof ze wist dat ik me namelijk wel druk ging maken. Want, hoe werkt een handwas dan? Wat doe ik nu fout?Ik kwam tot de conclusie dat ik weer de fijne kneepjes van de Huishoudkunde niet wist. Misschien moest ik mij er toch maar eens in gaan verdiepen…

Diezelfde gedachte werd nogmaals bevestigd toen ze mij vroeg waarom ik die paarse deken in de “witte was” had gedaan. “Witte was? Nee, die paarse deken heb ik in de bonte was gedaan,” concludeerde ik simpel, “Ik bedoel, hij is toch paars?”

Ik krabte nog eens op mijn hoofd, want ik snapte toch écht niet wat zij bedoelde. Niet dat krabben op je hoofd helpt, het is niet zo dat je hersenschors meer zuurstof ervan krijgt, maar goed, dat terzijde.

“Ik ken maar twee programma’s, programma 2 en programma 3! En programma 2 die doe ik in combinatie met 60 graden en programma 3 doe ik op 30 graden!”, zuchtte ik weer verontwaardigd. “En dan doe ik de kleurtjes bij elkaar: wit, bont of donker! Wat doe ik dan fout? En ja, nu doe ik ook soms ook programma 5: een wolwas. Zeg maar, van die was die je eigenlijk niet mag wassen, tenzij er een streepje onderstaat ofzo en dan kan je het wel wassen…toch?”

Mijn moeder zweeg. In eerste instantie ging ik er vanuit dat ze begripvol zweeg. Maar, nadat ze weg was en ik het nogmaals overpeinsde, bekroop mij steeds meer het idee dat ze zweeg, omdat ze dacht dat ik hopeloos was.

Misschien dat ik het nooit zou begrijpen.

Geen opmerkingen: