zaterdag, april 22, 2006

The place to be

Het was een plek voor multi-taskers.
Een plek voor mensen die weinig tijd hadden, maar wel erg druk.
Een plek voor mensen die zich verveelden.
Een plek voor mensen die erg lui waren.
Een plek om lekker te kletsen, elkaar weer te zien of te ontmoeten.
Een plek, die voor velen tot irritaties leidden.
Het was een bijzondere plek.

Dagelijks ging ik daar naar toe. Meestal uit pure noodzaak. Soms gewoon voor de gezelligheid. Vaak omdat ik lui was.

Als ik zin had om te studeren, dan pakte ik mijn boek.
Als ik honger had, dan at ik mijn brood.
Als ik dorst had, dan dronk ik wat.
Ik kon hier bellen, internetten, lezen, slapen en muziek luisteren.
Ja, hier kon alles.

Het was een goed verlichtte plek, ramen waren er vol op. Als ik me verveelde kon ik naar buiten kijken of naar de mensen die samen met mij in de ruimte waren. Al gauw verveelde ik me dan niet meer. Ik verveelde me daar vrijwel nooit. Er was altijd wel iets te doen in de Woonkamer.

Opmerkelijk was, was dat er niet één, maar meerdere waren. Het leek wel een overkoepelende organisatie van Woonkamers en je had ze dan ook in verschillende uitvoeringen. De een was comfortabeler, de ander had sanitaire voorzieningen, sommige hadden zelfs een horecagelegenheid! Er was echt voor elk wat wils, echter de meesten voelden zich er toch niet thuis.

Maar het meest speciale, meest unieke vond ik de tijd-ruimte dimensie. Nee, het was geen tijdmachine van Barabas. En nee, je kon niet elke Woonkamer pakken die je wilde. Je moest de goede Woonkamer betreden, alvorens het je dat ene extra kon bieden.

Was het niet fantastisch dat je een ruimte kon binnengaan en werd verplaatst van punt A naar punt B? En in de tussentijd kon je een boek lezen, mensen observeren, surfen op het net, en nog veel meer om op te noemen. In het meest gunstige geval kreeg je zelfs ook nog een krantje mee! En je hoefde niet op het verkeer te letten, niet te wachten in de file, niet te vrezen dat je net gestylde haar werd verwoest door de tegenwind. Alleen maar te zitten op je luie gat. Het leek toch bijna een utopie?

Hulde daarom aan de Openbare Woonkamers, voor de meesten een onbegrepen plek, enkel beschouwd als ‘openbaar vervoer’.

En dat is jammer, want het is een bijzondere plek.

donderdag, april 20, 2006

Yes, it's still alive!

Ja, ik leef nog.

Maar het onmogelijke is gebeurd.
Had het ook niet verwacht van mijzelf.
Zie nu ook de gevolgen ervan.
Maar ach, stiekem bevalt het me wel.

Heb mijn leven weer eens omgegooid.
Begin weer fris, met volle moed, schone lei.
Dat het mij zou overkomen, nee, wie had dat gedacht…

Als ik in de spiegel kijk, vraag ik me werkelijk af of ik mijzelf nog herken.
Maar als ik goed kijk, zie ik toch dat ik het ben.

Is er dan toch zoiets als hoop?

Eind maart besefte ze dat ze teveel hooi op haar vork nam, dat ze een zeer grote to do list had, die ze nauwelijks kon overdragen, dan wel kon delegeren.

Maar ook voor een vrijgezelle studente, tevens afstuderend, druk met studie bezig zijnd, krap bij liquiditeiten zijnd, penningmeester zijnd, waarnemend secretaris en vice-voorzitter zijnd, hoofdredacteur zijnd, tandarts in Amsterdam zoekend, ruim drie jaar lang vaste klant bij de dokter zijnd, eigen website hebbend, graag uitgaan willend, poging tot columnschrijvend, geen huisvrouw zijnd, en nog veel meer zijnd, willend en hebbend…. ja, ook voor die mensen is er hoop…

Neem maar van mij aan.


Voor alle duidelijkheid: mijn kamer is opgeruimd, de afwas is gedaan.

Nu de rest nog.