zondag, november 12, 2006

HOLY SHIT!

De besluiten die ik maak tijdens mijn leven worden grotendeels gebaseerd op mijn bijbel. Hij geeft mij inzicht op wat ik kan verwachten, wat ik moet onthouden, hang er liquiditeitsbegrotingen aan vast en bepaalt of ik een brakke dag kan invoeren. Hij vertelt mij waar ik moet zijn en hoe ik daar kom. Hij zegt mij wie er jarig is en wie er een feestje houdt. Hij geeft mij raad bij het bereiden van gekookte asperges en ajam pangang ketjap.
Het is mijn bijbel en van niemand anders.
Het is mij in een notendop.

Het is een kleintje, ik gok zo’n 4 cm breed en 6 cm hoog. Precies groot genoeg voor mij. Liefde op het eerste gezicht, dat weet ik nog goed. Of het vanwege de grootte was of de korting die ik kreeg, laat ik in het midden. Waarschijnlijk een combi van beiden.
Al vlug wijdde ik hem in in mijn leven. Vol met verwijzingen en citaten. Vol met mijn gekrabbel.
Het is mij in een notendop.

Ik ben een zeef en als ik dat boekje niet zou hebben, zou ik alles glad vergeten. Ik neem hem dan ook overal mee naar toe: uiteraard naar het werk en college, maar ook als ik naar familie of vrienden ga en zelfs bij het uitgaan. We zijn gewoon onafscheidelijk. Althans, dat hoopte ik.

Op een mooie zondagmorgen – nuja, middag- word ik wakker en bedenk me wat ik vandaag eens zal gaan doen. Ik hoop op een blanco pagina - in mijn optiek de mooiste dagen. Mijn tas pak ik erbij en ik grabbel erin in de hoop mijn bijbel te vinden. Na de tas van top tot teen uitgeplozen te hebben, dit nogmaals tien keer herhaald te hebben, was het voor mij duidelijk: ik ben hem kwijt. Ik heb gezondigd.

Beelden van een aankomend wankel leven flitsen aan mij voorbij. Wat moet ik nu? Wat is mijn doel? En hoe ga ik dat in godsnaam doen? Bijna vraag ik mijzelf zelfs af wie ik ben en waar ik woon. En wat nu als iemand anders hem in bezit heeft?
Het is mijn bijbel en van niemand anders.
Het is mij in een notendop.
Het is mij heilig.

Ik besef me dat ik nu zal moeten leven in het ongewisse.
Mijn houvast is weg.

Verloren.

woensdag, oktober 25, 2006

Roodkapje bestaat!

Ik heb geen geld. En als met ‘geen’ het nulpunt wordt omschreven, tsja, dan heb ik nog minder dan geen geld.
Gezien ik student ben, heb ik daar ‘vrede’ mee. Zo pacifistisch als ik ben.

Logisch dat ik kwijtschelding heb gevraagd bij de gemeente dienst belastingen. Voor mij ook logisch dat dat wordt toegekend. Een half jaar na mijn verzoek –het gaat daar allemaal niet zo vlot- krijg ik het besluit: afgewezen.

“Uw netto-besteedbaar inkomen is hoger dan de voor u geldende kwijtscheldingsnorm. Hierdoor heeft u voldoende betalingscapaciteit om de belastingaanslag te betalen”.

De zin lees ik nogmaals door, kijk op mijn rekening, check mijn portemonnee en keer mijn spaarpot ondersteboven. Waar de opmerking ‘voldoende betalingscapaciteit’ vandaan komt is mij een raadsel.

Mijn administratie -als accountantzijnde heb ik aan hen een keurig, integer en overzichtelijk dossier gestuurd van mijn financiële situatie- pak ik erbij. Ik besluit ze te bellen om te vragen wat dan de voor mij geldende kwijtscheldingsnorm is.

“Ja, u komt boven de norm,” zegt ze me en noemt vervolgens het normbedrag. Wanneer ik kijk in de kolom inkomsten blijkt inderdaad dat ik boven die grens zit, maar dat komt omdat ik ook de lening van de IB-groep heb neergezet. Zouden ze mijn IB-lening als inkomsten rekenen? Ik vond het al zo onlogisch dat ik leningen ook bij mijn inkomsten moest neerzetten, maar dat ze er vervolgens ook nog mee gaan rekenen, dat gaat mij mijn pet te boven. Ze vertelt me dat ik ben afgewezen, omdat op mijn spaarrekening meer staat dan het bedrag van drie componenten, waar zij mee rekenen. Ik vertel haar dat het bedrag van mijn spaarrekening niet opweegt tegen het minbedrag wat op mijn gewone rekening staat. Per saldo sta ik drie tientjes in de plus. Maar dat maakt voor hen niets uit voor hun berekening.
Mij wel.

Nog voordat ik het doorhad, hadden we het contact verbroken. Ik pak mijn dossier erbij, tel de drie componenten bij elkaar op en zie dat ik bij lange na niet aan hun andere norm kom. Ik bel nogmaals.

Ditmaal vertelt een man wat mijn netto inkomsten zijn. Als ik dat wederom vergelijk met mijn inkomsten snap ik niet hoe ze hier op komen. Weer neem ik mijn IB-lening niet in de berekening op, in mijn optiek kan dit gewoon niet als ‘inkomsten’ gezien worden. Dan nog kom ik zo’n 300 euro tekort wat hij mij vertelt wat mijn netto inkomsten zouden zijn. Daarnaast noemt hij mijn netto huur. Een mooi begrip dat enkel uitgaat van de kale huur en subsidiabele kosten minus mijn huurtoeslag. De servicekosten rekenen ze er niet bij. Ik snap dat voor een berekening van de huurtoeslag deze kosten niet worden meegerekend, maar voor een berekening om te bepalen of ik ‘voldoende betalingscapaciteit’ heb, vind ik het uiterst merkwaardig dat hier niet naar wordt gekeken. Het drukt namelijk wel degelijk op mijn beschikbare liquiditeiten.

Meer informatie kan hij mij niet geven. Dan zou ik toch echt naar een andere afdeling moeten bellen. En die is er pas met een uur.

Een uur later hang ik weer aan de telefoon. Ik vraag ze hoe ze mijn aanslag hebben berekend. De uitgaven, gebaseerd op de huur en premie ziektekosten minus toeslagen en eventuele servicekosten, worden in mindering gebracht op mijn inkomsten. Vervolgens wordt er een norm in mindering gebracht en als dan per saldo een positief bedrag blijkt, dan heb je dus voldoende betalingscapaciteit. Dat klinkt nog enigszins rechtvaardig. Let wel, klinkt.

Tot mijn inkomsten wordt dus wél de IB-lening (een maximale lening van bijna 500 euro) gerekend en mijn huuruitgaven daarentegen worden gereduceerd tot slechts 15 euro. Tsja, met zo’n creatieve berekening kom je inderdaad op een voldoende betalingscapaciteit!
Op papier.

Zouden zij dan beweren dat Roodkapje ook bestaat?

donderdag, september 28, 2006

Hoera! In blijde verwachting!!

Ik voelde me raar toen ik wakker werd.
Anders.
Niet hetzelfde als gewoonlijk.
Vrolijk.
Maar vooral trots.

Blij verrast toen ik het ontdekte.

Dacht dat ik voldoende maatregelen had getroffen om dit te voorkomen.
Dacht dat dit mij voorlopig niet zou overkomen.
Maar sommige dingen kun je nu eenmaal niet tegenhouden.
En ik denk dat ik er gewoon voor ga.

Het is een wonder.
En ik voel me er fantastisch bij.
De tranen sprongen in mijn ogen toen ik het ontdekte.

Trots, zeer trots.

Misschien is het toch nog te pril om erover te praten, laat staan te schrijven, maar ik moet het nu eenmaal kwijt: IK BEN IN BLIJDE VERWACHTING!

Het is nog erg in een beginstadium, maar ik voel hem gewoon: ik krijg een spierbal! In mijn rechterarm wel te verstaan.
De hoop hierop had ik eigenlijk een beetje opgegeven, maar kennelijk bestaan wonderen toch!

Vrouw en spierbal rusten dagelijks de gehele dag.
Als u het mirakel wilt aanschouwen, neem dan telefonisch contact op om een afspraak te maken.

zondag, september 17, 2006

Schuilt er in iedereen een huishoudslaaf?

Het was nog voor twaalven, ze had de hele dag nog. Vandaag was het plan er een productief dagje van te maken: afwassen, opruimen, wasjes draaien, leren, administraties bijhouden.
Het was nog voor twaalven, ze had de hele dag nog. Maar ze had geen zin.

Met haar linkerhand schoof ze haar gordijn opzij. Dat was wel een voordeel van een kleine woning. Ze hoefde nu niet 10 meter te lopen naar haar ramen om de gordijnen opzij te schuiven. Wederom merkte ze op dat haar ramen gelapt moesten worden. In de twee jaar dat ze hier woonde kan zij zich herinneren dat zij slechts eenmaal gepoogd had deze ooit schoongemaakt te hebben. Gepoogd is het juist gekozen woord, want verder dan één raam kwam ze niet.

Ze kon zich er niet toe zetten haar luie gat te verplaatsen naar de keuken om daar aan te vangen met de afwas. Of haar bed op te maken. Laat staan om de asbakken te legen.
Zou ze er teveel bij nadenken? Was dat het hele probleem? Of zou ze niet weten waar te beginnen en begon ze daarom gewoon maar niet? Wilde ze eerst nadenken waar ze wilde beginnen alvorens te beginnen? Kostte dat telkens niet bergen veel tijd? Moest ze maar gewoon de handen uit de mouwen steken? Ook al had ze al een T-shirt aan?

Het was nog voor twaalven, ze had de hele dag nog. Ze keek rond in haar kamer en vroeg zich af waar ze mee moest beginnen. Eigenlijk vond ze het wel jammer dat het hele fenomeen ‘huishoudschool’ niet meer bestond. Misschien was het juist wel goed voor haar geweest. Had ze ‘tips & tricks’ kunnen leren en wellicht de filosofie achter het huishouden. Als er een filosofie bestond daarover dan. Zouden er überhaupt Nobelprijzen uitgereikt zijn aan de beste huishoudsters? Waarom wel voor economie, natuurkunde of psychologie? Zagen huisvrouwen zichzelf niet als de hoeksteen van de samenleving? Degenen die achter hun man stonden, als coach en als homemanager? Die ervoor zorgden dat hun mannen konden presteren op hun werk door hen te voorzien van schone sokken en een voedzame maaltijd? Door hen de meest belangrijke basis te bieden?

Ze nam nog maar eens een hijs aan haar sigaret. Een angstig gevoel bekroop haar. Had zij zich nu ruim dertig seconden afgevraagd of ze huisvrouw wilde worden? Snel nam ze nog een trek. Zag ze er niet een uitdaging in om iets te doen in juist datgene wat zij niet beheerste? De sigaret drukte ze uit in de al overvolle asbak. Het Smintje volgde.

Inmiddels was het al over twaalven. Toch had ze de hele dag nog.

Ze stond op en sjokte naar de afwas.

zondag, september 03, 2006

Eindelijk officieel Vrijgezel!

"Vrijgezel? Had je een vriendje dan?"
"Nee!"
"Een vriendinnetje dan?", vraagt hij mij, terwijl hij mij verontschuldigend aankijkt..
"Neeeee! Ik ben officieel Vrijgezel!"

Op zijn gezicht bespeur ik nog steeds onwetendheid en diepe rimpels op het voorhoofd, veroorzaakt door het harde nadenken.
"Vrijgezel! Ik ben geslaagd!", roep ik enthousiast uit.

De kwartjes stuiterden in zijn hoofd rond, maar niet één daarvan viel.
"Ik ben afgestudeerd...
...Heao...
...Bachelor..?"

Het kwartje viel.

Rijkelijk stroomde het bier in mijn keel.
Ach, wat heerlijk!

En binnenkort dan maar een vrijgezellenfeestje...

maandag, augustus 07, 2006

Weer toe aan vakantie...

Maandag 24 juli – zaterdag 5 augustus

En eindelijk was het zover. We waren er allen aan toe. Uitgezonderd Sophie die al gebruind was van de Normandische zon (bij wijze van, er is natuurlijk maar één zon) gaf de rest nog licht in het donker. Samen met de gezusters Van Straaten –Sarah en Sophie- en mijn buuv Veronique gingen we naar Albufeira, Portugal.

Tegen alle verwachtingen in heb ik iets unieks weten te presteren. Het achtste wereldwonder maakte zijn entree: ik had slechts één koffer. U leest het goed. Sterker nog, hij was nog de lichtste ook - in vergelijking met de koffers van de andere ladies- met zijn 19,5 kilogram. Een unicum in de geschiedenis.

In het vliegtuig waren onze stoelen verdeeld. En verdeeld waren ze. Saar en Soof zaten in rij twee (vrijwel de voorste rij), Veer en ik daarentegen zaten op de allerachterste rij (rij 31). En wat hadden we een medelijden met de jongen die naast ons zat. Nuja, wij vermaakten ons prima in ieder geval.
Regelmatig vielen we de jongeman ook lastig –hij zat aan het gangpad- dat we er weer eens langs moesten, eventjes buurten bij de anderen. Een half uur voor landing kwamen we er achter dat onze scheiding met Saar en Soof simpel opgelost had kunnen worden: de jongen die naast ons zat op rij 31, was ook gescheiden van zijn vrienden, en wel op rij twee…

Er was geen lift en de marmeren trap om ons appartement te betreden telde maar liefst 41 treden. Dat zijn er best veel. Zelf als je een koffer had van slechts 19,5 kilo.
Alhoewel het appartement er ruimer uit zag dan ik had gedacht (nuja, ik verwachtte dan ook een kippenhok) had het toch wel iets ruimer gemogen. En wat betreft de bedden vertelden onze gewrichten en opgelopen blauwe plekken na al één avond dat de matrassen inderdaad erg hard waren (vooral de veren die er uit staken).

Ziezo, en nu even wat opsommende toeristische feitjes:
*Officieel zaten we naast Albufeira, namelijk Praia da Oura. Echter, in dit gedeelte (ook wel het nieuwe gedeelte genoemd) is het uitgaan leuker dan in het oude gedeelte (Albufeira zelf). Nuja, dat is mijn mening dan.

*In het oude gedeelte van Albufeira zijn er talloze kleine kroegjes in de zogenaamde voetgangerszone. Uiteraard ontbreekt een Nederlandse après-skihut (midden in het snikhete Portugal?) niet. Het heet Bloopers en is daar stervensdruk met hossende mensen. Niet echt een aanrader dus, tenzij je graag host en meezingt op de meest foute nummers (‘We hebben de L..We hebben de A…Lalaalalalaaalalalaaaaa”, etc.).
Het plein is erg mooi en ziet er gezellig uit. De straatjes en steegjes zijn erg knus. Zelf hebben wij ons vermaakt in Twist. Een kleine discokroeg met maar liefst 4 televisieschermen en 1 grootscherm. In deze tent bleek het kennelijk normaal te zijn dat de muziek na een half uur herhaald werd. Een soort van déjà vu effect. In deze tent bleek het kennelijk normaal te zijn dat de muziek na een half uur herhaald werd. Een soort van déjà vu effect.

*De taxi’s kan je alleen bereiken op bepaalde taxistandplaatsen en brengen je heen en weer van het oude gedeelte naar de Strip voor slechts 3,90 euro inclusief BTW. Dat dan weer wel.
Echter, geduld is een schone zaak, want de rijen bij de standplaats kan soms wel een meter of dertig tot vijftig zijn. Lopen (of een soort van lopen) biedt dan een sneller alternatief (nee, dat was niet mijn idee).

*Zoals ik net al omschreef: de tv-schermen. In Portugal is het kennelijk heel normaal dat, waar je ook bent (chique of pauper, club, kroeg of restaurant) er overal televisies (flatscreens zelfs) hangen. Vaak staat er sport op. Niet mijn favoriet. In andere tenten soms MTV (waarbij Jackass nog wel leuk is om te kijken) of een horrorfilm (erg leuk tijdens het eten om naar bloederige enge monsters te kijken).

*Het strand, waar wij de eerste drie dagen braaf naar toe gingen, is echt ontzettend mooi: goudgeel zand en het kabbelende water maakte een blauwe kleur. Aan de rechterkant waren er wat rotsen en als je vanuit zee naar de kust keek, zag je geen ordinaire geknutselde strandboulevard, maar gele rotswanden en natuurlijk groen.
Ja, dat klinkt erg mooi.
Maar had ik al verteld dat het lopen er naar toe –zo’n 800 meter- gepaard gaat met een steile helling waar je U tegen zegt? En daarbij ook nog eens in de snikhete zon? Alhoewel de wandeling het wel waard was om naar het strand te gaan, kleefden er desondanks toch nog meer nadelen aan het strand:

-De zon was zo heet, dat een ieder van ons schaduw prefereerde. Dat betekende of veel betalen voor een ligbedje met parasol (waarbij je om 18.00 uit je diepe coma dringend werd verzocht om je kont ergens anders te bivakkeren) of sjouwen met 2 parasols en alert blijven dat bij een zuchtje wind je snertparasols niet iemand zou spiesen.

-De zon was zo heet, dat wanneer je de zee in wilde duiken je je snel (ik verplaatste mij zelfs rennend -wie had dat gedacht-) moest bewegen naar het water, gezien het zand aan je voeten brandde. Daarbij was de zee koud, dus deed je meerdere sprintjes op zo’n dag, wat – naar mijn idee- te inspannend was.

Een luchtbed op zee bood uitkomst wat betreft verkoeling, maar ook hier gold weer een inspannende factor. Door de stroming naar rechts (vanuit zeekant gezien) moest je zover mogelijk een linkse diagonaal maken, zodat je –wanneer je wakker zou worden in het ondiepe- niet nog eens een pokkenend moest lopen met je bedje. De stroming echter was zo sterk, dat ik wel moest blijven peddelen met mijn armen. Ik heb er bijna spierballen aan overgehouden.

-Het scrubprobleem van insmeren met zand= auw.

-And last but not least bleek er in ons domein een oude man rond te lopen. Zijn sluike grijze haar droeg hij achterover gekamd. In zijn mond had hij een Sherlock Holmes pijp en op zijn neus droeg hij een zonnebril met zwarte glazen. Zijn ogen waren niet zichtbaar. Als een echte detective speurde hij het strand af naar vers vlees, dicht langs alle bedjes lopend liep hij, zoekend en keurend. Af en toe bleef hij staan met een zelfvoldane blik, pakte zijn pijp uit zijn mond en knikte zijn hoofd. Dan liep hij weer verder en maakte zijn rondje af. Wanneer hij zijn rondje had gelopen, blies hij zijn stoom af op de blauwe stoel. Het was niet zomaar een man. Het was de vieze tietjeskijker.

Sophie merkte hem als eerste op, maar ook ik werd al gauw een beetje onpasselijk van hem. Ik meende dat we op de laatste stranddag (de derde dag) een grote fout hadden begaan: voordat we er erg in hadden, hadden we onze handdoeken precies voor hem uitgestald. Sophie zat zelfs nu op slechts 30 cm van hem verwijderd. We herkenden de blauwe stoel te laat. Zwaarmoedig bleven we desondanks toch op onze plek – we lagen er al een half uur-. Achteraf gezien was dit misschien toch de meest tactische plek, omdat de oude vieze man liever rondliep dan op zijn stoel zat.

Tsja, er waren dus wel nadelen van het strand. We verlangden naar een plek met gras en geen zand, dichtbij koel (niet te verwarren met koud) water, schaduwmogelijkheden zonder rondvliegende parasols, geen vieze tietjeskijkers, en dat dichtbij was, waarbij je geen helling af hoefde te lopen.
Ja, dat zou voor ons de ultieme plek zijn.
En die plek leek dichterbij dan we dachten.

Op de derde dag, de meest snikhete dag, met wegbrandende kuiten en half tactisch opgestelde strandlakens, besloten wij rond een uur of 16 naar ons appartement terug te keren en op zoek te gaan naar…het zwembad.

We gingen door een poortje, slechts 15 meter verwijderd van ons appartement en kwamen op een open plek. Het met blauwe mozaïek belegde zwembad was ruim genoeg en was gevuld met helder blauw water. Nuja, het leek waarschijnlijk blauw door de tegeltjes, maar dat terzijde. Om het zwembad heen lagen er tientallen bedjes (waar je overigens niet voor hoefde te betalen) en er waren parasols aanwezig met een verzwaarde bodem. Deze zouden in elk geval niet zomaar wegwaaien.
Er was een buitendouche aanwezig en een hokje met toilet (inclusief handdoek en toiletpapier) en nog een douche. In het zwembad lag slechts één jongen. Meer mensen waren er niet. En het mooiste was: er lag gras. En het was groen.
Alhoewel de meningen er misschien lichtelijk over verdeeld waren, was voor mij dit stukje kunstmatig aangelegde natuur een paradijs op aarde. Met weinig ben ik al tevreden. Kuch.

Overigens, het appartementencomplex heette Villa Pedros en was gesitueerd tussen twee Alisupermarkten in, bevond zich boven een disco en was op slechts 2 minuten (en als ik zeg dichtbij, dan is het ook dichtbij) van de Strip (het uitgaansgebied) verwijderd.

Maar goed, waar was ik gebleven…de toeristische feitjes… laat ik eens over het eten beginnen. Immers, de liefde van de vrouw gaat altijd door de maag, nietwaar?
Maar helaas, over het eten daar was ik niet zo te spreken. Wanneer je op de Strip (dat is waarschijnlijk ook de grootste fout geweest) een hoofdgerecht bestelde, bestond dit enkel uit een bruin taai stuk, waarvan het onduidelijk was wat de herkomst ervan was. Het garnituur, wat één slablaadje betrof met een schijf komkommer en een schijf groene tomaat, maakte het geheel niet veel beter. Een enkele keer bestelden we gemixte groenten – met de gedachte dat daar wel vitamine C inzaten- maar echt vrolijk werden we daar niet van. De verschillende groentes wortel, broccoli, doperwten en bloemkool, hadden allen een zelfde grauwe kleur en smaakten alsof ze een hele dag in de snikhete zon hadden doorgekookt. Om over de glazige aardappelen of fabrieksmatige patat nog maar te zwijgen.

Maar goed, van de 12 dagen dat we er waren heb ik ook lekker gegeten:
*Liza’s pasta’s & pizza’s heeft een verrukkelijke lasagna!
*Het voorgerecht –gerookte zalm- bij Wild & Co smaakte mij ook erg goed;
*De twee keren dat we thuis hadden gekookt –een overheerlijke pastasalade- was tongstrelend voor mijn smaakpapillen en mijn maag…
*De piri-piri kip in het Steakhouse was erg lekker. Afgezien van de piri-piri uit een flesje. Nuja,het was gewoon geroosterde kip. Maar de kip was goed!

Nuja, dat was het eigenlijk wel. De keer dat ik pepersteak at, kan ik enkel zeggen dat het te eten was. Meer niet. En de keer dat ik visfilet at bij Ramos, tsja. Het was oké. Alleen jammer dat alles zo lauw en niet knapperig was.

En de salade bij Wild & Co had ik nooit moeten nemen. Ik had ook beter moeten lezen en geen eigen interpretatie moeten geven…Het was er één met gerookte kip, kaas en sla. En zelf bedacht ik me dat deze lekker zou zijn met spek, tomaat, pijnboompitjes en een kruidige dressing. De kaas zag ik voor me als geschaafde Parmezaanse kaas. Het water liep mij al in de mond.
Als ik beter had gelezen en niet was wezen dromen had ik de koude schouderhamblokjes (yagh) en de rubberen kaasvierkanten (zo groot als dobbelstenen) er niet uit hoeven te vissen. Er was overigens geen sprake van spek en pijnboompitjes. De tomaat bestond uit één enkele cherrytomaat die ik, zodat ik er meer van kon genieten, maar door vieren sneed. En de dressing…was een of andere knoflookdressing uit een potje.
Nee, dit gerecht werd niet met dezelfde liefde gemaakt als dat van mijn voorgerecht - de gerookte zalm, op een bedje van lollo rosso, gegarneerd met kappertjes en wederom een enkele cherrytomaat, met in het midden een kuiltje van een boeket van verschillende soorten sla, overgoten met een dressing van olie en azijn, bestrooid met kleine gesnipperde uitjes-.
Maar goed.

In het kader van cultureel verantwoord (nuja, het was echt niet mijn idee) hadden we besloten om één dag naar Sevilla te gaan. Dit betekende dat we om half zes ’s ochtends op moesten staan en ruim vier uur in de bus moesten zitten.
De reisleider vertelde zijn verhalen in het Engels en Duits en langzaam suste ik weg. Af en toe werd ik opgeschrikt door de kou van de airco, maar over het algemeen kon ik goed slapen. Toen we Sevilla binnenreden boeiden Soof en ik ons meer om de wesp die bij ons bij het raam vloog dan de expeditiegebouwen, waar onze gids kleurrijk over vertelde. Ik bedoel: heb jij ooit een plassende wesp gezien? Nuja, wij wél in ieder geval.

’s Middags zouden we drie uur vrije tijd hebben en daarna volgde weer een vier uur durende tocht.
Desondanks ben ik wel blij dat we zijn gegaan. In onze vrije tijd hebben we heerlijke vistapas gegeten (ik genoot echt van de heerlijke smaken) en zelfs de toren van de grootste kathedraal van Europa beklommen (in Petersburg staat weliswaar een grotere, maar dat is een basiliek) (jawel, tijdens mijn jarenlange expertise op school en college heb ik mij zelf aangeleerd te luisteren als ik slaap). Aangezien het 41 graden was, was ik blij dat we eindelijk weer naar de bus liepen.

Is het logisch om met 41 graden zwarte strakke kleding te dragen?


Tevergeefs hebben we nog een half uur op een oude vrouw gewacht, die ook bij ons in de bus zat, maar de gids vond het welletjes en de bus vertrok zonder haar. Wel hebben wij ons afgevraagd waarom ze er niet was:

-Was ze verdwaald in de grote kathedraal? Of was ze verdwaald in Sevilla überhaupt?
-Had ze zich vergist in de tijd? Had ze per ongeluk haar klokje een uur achteruit gedaan in plaats van vooruit? En dat terwijl de reisleider ons allen vertelden dat we zouden uitgaan van de Portugese tijd en dus niet aan ons horloge hoefden te draaien (danwel je mobiel verzetten)?
-Was ze beroofd en deed ze nu aangifte bij de politie? Of was ze verongelukt en lag in het ziekenhuis? In beide gevallen kon ze niet bellen, want iedereen in de bus heeft geen nummer gekregen, waarop we de reisleider konden bereiken.
-Was ze per ongeluk in een verkeerde toeristenbus ingestapt en was ze nu op weg naar Madrid of een ander exotisch oord?
-Was ze eigenlijk op bezoek bij haar zus en was dit de goedkoopste manier om te reizen?
-Was ze een internationale spion?
-Of een gevaarlijke crimineel die in Sevilla nog een klusje te klaren had?

Nuja, het maakte niet uit. De bus vertrok. Zonder haar. En we zullen nooit te weten komen waarom ze te laat was. (Afgezien van Interpol, die alles kan natrekken.)

Maar goed. Eén ding heb ik nog steeds niet vermeld. - What a shame!-


En dan nu: enkele feitjes over het gedeelte ‘uitgaan in de Strip’…

*Let op waar je cocktails bestelt: een eerste maal hebben wij ze in de Coco (?) Cocktailbar gehaald en ze waren ronduit smerig! De grote glazen waren gevuld met slechts limonadesiroop en zelfs dat was gewoon niet te zuipen. Ziezo. Ik heb gezegd.
In een andere cocktailbar hadden we meer succes overigens. Daarbij is het kennelijk in Albufeira de gewoonte, dat er een halve fruitschaal aan je glas hangt. Whoeya! Eindelijk vitamines!!

*Een voordeel van de Strip – althans dat vond ik zelf- zijn de weinige proppers waar je lastig gevallen mee wordt. Eenmaal zijn we erin getrapt, nuja, ach, hij deed het zo leuk! En in de wodka-cola bleek ook echt wodka en cola!

*Een tent ernaast was The Celebration, wederom een Nederlandse skihut. Maar goed. Het bier had tenminste schuim! En toen ik jarig was kreeg ik nog een lekkere cocktail ook!

*Dan heb je nog Wild & Co. Tsja, wat zal ik daarover zeggen. Het is een normale tent met normale mensen. Het is oke, maar niet geweldig. Wat wel leuk is om een keer gezien te hebben is dat het barpersoneel af en toe wat shows geeft en er een waar spektakel van maakt.
Ze jongleren met flessen drank op de bar en ze vinden zichzelf helemaal fantastisch.

*Kiss gaat open tot de late uurtjes. Het begint pas rond een uur of 4 ’s ochtends leuk te worden. Het lijkt een beetje op een grote Extase (red. disco in Alkmaar). Voor de keren dat de rest van de tenten gesloten zijn is het een goed alternatief.

*Maar waar wij ons het meest bevonden (eigenlijk elke dag…) was Liberto’s. Een hippe tent dat deels hun bars in de open lucht hadden. In het midden was er een zwembad (waar uitdrukkelijk een bordje bij stond dat ons vertelde dat je er niet in mocht zwemmen), omringd met boeddha beelden, loungebanken en hemelbedden. De palmbomen waaide zwierig mee op de clubmuziek die binnen afgedraaid werd.
Het was zeker één van de mooiste tenten die ik had gezien.
Er was alleen één minpunt.

De meeste dromen onthoud ik wel. Ik kan me goed herinneren dat ik ooit droomde dat ik op een openbaar toilet zat. En met openbaar bedoel ik openbaar in de meest brede zin van het woord. Net als die verschrikkelijke reclame. Dat er midden in de stad een glazen WC is waar ik dan op zou moeten zitten. En iedereen kan je zien. Ach, echt verschrikkelijk. En ik denk, dat ik niet de enige ben die dat ooit heeft gedroomd. Of , liever gezegd, heeft genachtmerriet.













foto genomen van toilethokje ernaast!

Nuja, het kwam er op neer: mijn droom cq. nachtmerrie kwam uit. De toiletten bestonden slechts uit, weliswaar mat, glas. En tevens zaten er geen sloten op de deur.
Als ik op de WC zat kon ik mijn “buurvrouw” zien en zij mij. Ik zag niet alles, maar wel welke kleding ze aan had, welke kleur haar ze had, of ze zat of dat ze stond, of ze mijn kant opkeek of niet. Ik zag niet alles, maar wel teveel.

Overigens, halverwege onze vakantie kwamen er sloten in (op twee van de drie deuren). Dat scheelde wel iets. Maar het glas dat bleef.

En verder?

…leek Soof meer op Saar dan wij dachten qua wet van Newton en Murphy
…en Saar meer op Soof qua theorie Van Henkel
…heb ik een bijna-dood ervaring meegemaakt
…heeft Veer er meer dan één
…heeft Soof traumatische ervaringen opgelopen
…bleek de worteltheorie toch wél te kloppen
…ben ik Saar en Veer mijn eeuwige dank verschuldigd
…kan Veer Hector goed nadoen


Nuja, al met al, kortom: onze vakantie was super!

zaterdag, augustus 05, 2006

IN MEMORIAM

Op de dag dat ik op vakantie ging is hij overleden, vandaag kreeg ik het slechte nieuws te horen.

Alhoewel hij veel om zijn vrijheid gaf, genoot hij van de volle aandacht die hij van mij kreeg. ’s Avond stond hij mij al op te wachten. Wanneer ik mijn deur opendeed rende hij snel mijn kamer in en ging verleidelijk op mijn bed liggen. Zodra ik ging slapen, kroop hij al gauw naar mij toe, dicht tegen mij aan, met zijn hoofd op mijn schouder en zijn armen over mij heen.

Een smalle bouw had hij. Uitzonderlijk, want weinig at hij niet...hij at altijd trek in iets lekkers. Vlees rook hij al van verre en voor lekkere snackjes hield hij zijn neus niet voor op.
Helaas.

Rattengif is niet alleen gif voor ratten.



Stoer, eigenzinnig, liefdevol, eigenwijs, intelligent.
Hij die van vrijheid, aandacht, slapen en lekker eten hield.

Corky,
ik hou van je en ik zal je missen.

03-08-1996 – 24-07-2006

woensdag, juli 12, 2006

Zomaar goede redenen...

Wanneer je hoofd weer vol zit met stress of gepieker, omdat je bijna afstudeert.
Wanneer je roze bril goed matcht met de pumps die je draagt.
Wanneer je lekker uit je dak wil gaan.
Wanneer je wil genieten van het publiek om je heen, een ratjetoe van verschillende mensen.
Wanneer je je verstand op nul wil zetten.
Wanneer je geen zin hebt in vijftien- en zestienjarig gepeupel om je heen.
Wanneer je aan je conditie wil werken door er naar toe te fietsen en daar te dansen.
Wanneer je vrolijk bent en alleen maar lacht.
Wanneer je vrolijk zou willen zijn en alleen maar zou willen lachen.
Wanneer de zon schijnt.
Wanneer het regent.
Wanneer je weer oude bekenden of vrienden tegen het lijf wil lopen.
Wanneer je kansloos het op een zuipen wil zetten.
Wanneer je fietslampjes het doen.
Wanneer je zin hebt in dansbare muziek, van Techno tot Jazz en van Chemical Beats tot Pop.
Wanneer je al je geld bij elkaar hebt geschraapt en je bankrekening hebt geplunderd, omdat ze de volgende dag pas weer je salaris storten.
Wanneer je thuis wakker wordt met slechts gaten in je geheugen en blauwe plekken op je benen.
Wanneer je heerlijk gegeten hebt en een goede bodem hebt.
Wanneer je geen zin hebt om in een gigantische rij te wachten voor het toilet.
Wanneer je wel zin hebt om in een gigantische rij te wachten voor de ingang.
Wanneer je je wil laten meevoeren in een extatische lichtshow.
Wanneer je de volgende dag vrij bent of het er voor over hebt om met je brakke kop te verschijnen op je werk of in de collegebanken.
Wanneer je ergens anders wakker wordt en je beseft dat je naughty bent geweest.
Wanneer je je beseft dat een vrijgezelle student even vrij is als een vogel.
Wanneer het woensdag is en je niet kan wachten tot het weekend…

Kortom, een goed excuus om weer eens naar Noodlanding te gaan.

maandag, juli 03, 2006

reflectie

het was schemerig, de zon
was halverwege en zakte dieper
steeds verder naar benee
de temperatuur daalde,
koelte maakte zijn entree

en onbezonnenheid
had haar in dit maanlicht geleid

in het woud
jungle van verstrengelde gedachtes
als takken en lianen met elkaar
verbonden
de bomen om haar heen
als één

en de macht van wanorde
had haar naar een onzichtbaar bos gebracht

de liefde deed
haar maag rommelen
zoveel honger
als een paard nam ze
zo gretig teveel hooi

en ze zag
het ongrijpbare beheersen niet voor het oprapen lag

heel even zag ze koen zakkend in zijn schoenen

verlangend naar de morgen
opkomend in het oosten
de warmte die haar blij maakte
niet de kouheid die haar uit haar slaap hield

vastberaden zei ze ‘Cee’
schijn
heilig overtuigd

vrijdag, juni 30, 2006

The naked chef(fin)

Men neme een studio met de gehele dag zon, een gevoelstemperatuur van boven de dertig graden en een onbruikbaar zonnescherm: het zweet gutste van mijn lichaam.
Mijn snelheid verlaagde zich tot het niveau slak en de hitte maakte mij tergend langzaam. De lange to do list die in mijn agenda stond, maakte plaats voor lauwwarme douches.

De warmte in mijn woning was hoog genoeg om een ei te bakken op mijn bureau. Alhoewel ik vlees noch vis had in mijn koelkast en mijn hoofd doorgestoomd was, besloot ik ondanks mijn loomheid mij toe te zetten om aan het avondeten te beginnen. De liefde van een vrouw gaat immers altijd door de maag.

De biologische aardappelen kookte ik ongeschild in een pan met water. De kleine Romeinse sla sneed ik in tweeën en blancheerde ik in de hapjespan. Daarbij sneed ik wat champignons, halveerde een trostomaat, snipperde een rode ui en voegde het toe. Het geheel liet ik kort op het vuur staan met wat kruiden en een roomboter saus met wat geraspte kaas.

Op mijn bord garneerde ik de aardappelen met grof zeezout en de saus. De sla en de rest van de garnituur bestrooide ik met peper uit de pepermolen en serveerde ik met wat verse basilicum.

Om half elf was ik klaar met eten. De zon was inmiddels onder en mijn woning een stuk koeler. Eindelijk kon ik iets productiefs gaan doen.

Hmm, wat is het leven lekker.

zondag, juni 25, 2006

Een paar dagen blokken…

Donderdag
Agenda:
Langs opticien
Lunch halen
Boeken HES verlengen en inleveren
Bij James leren
Planning: Leren hoofdstuk 12 en 13 en de bijbehorende opgaven maken.

Ik lag er vannacht ‘vroeg’ in met het oog op dat ik vandaag de hele dag zou gaan leren. 9.15 Pak ik de tram en de metro richting Arena, want ik zal toch echt langs de opticien moeten om mijn ogen te laten nakijken. Bij Het Huis vertelt de man mij dat mijn hoornvlies geïrriteerd is en dat ik twee weken lang mijn bril moet dragen. Iets waar ik niet om sta te springen.

Voor James en mij haal ik in het winkelcentrum wat broodbeleg voor de lunch; wat zalm, mozzarella, trostomaat, basilicum, brie, een salade van de groentenboer, Hollandse aardbeien en kipkerriesalade. En nog een verse jus.

Na mijn boeken ingeleverd, danwel verlengd te hebben, enkele spullen thuis gedropt te hebben reis ik door naar James om aldaar te gaan leren, waar ik rond een uur of 13 arriveer.

We beginnen met een uitgebreide lunch en 14 uur starten we met leren. Zo dapper als ik was begon ik met het eerste hoofdstuk (12) te lezen. Iets wat ik normaal niet doe, omdat dat mij teveel tijd kost. Desondanks wurmde ik mijzelf door de Engelse taal heen en was trots op mijzelf dat ik er ook nog wat van begreep.

16 Uur begon de wedstrijd Italië - Tsjechië en James haakt af. Inmiddels waren ook wat vrienden van hem langsgekomen om te kijken. Met de televisie aan probeer ik nog wat te lezen. Het lukt aardig, maar ik ontpop mij liever tot een waar voetbalfanaat dan een boekenwurm, met alle gevolgen van dien...

Rond een uur of 18 ga ik naar huis, doe nog wat boodschappen bij de Appie en begin met koken. Samen met Veer gegeten en TV gekeken en alhoewel het plan er lag om nog te leren bleek ik de televisieprogramma’s toch een stuk interessanter te vinden.


Vrijdag
Agenda:
Bij James leren
Planning: hoofdstuk 13 en 14 + opgaven

Rond 12 uur bij James gelunched, hoofdstuk 13 afgelezen en een begin gemaakt bij 14. Rond vijf uur ga ik weer naar huis, weer met het plan dat ik ’s avonds nog wel wat zou gaan doen. Helaas blijk ik msn en Hyves een stuk interessanter te vinden.

Zaterdag
Agenda:
Thuis leren
Planning: vroeg opstaan en hoofdstuk 14, 15 en 16 leren en de bijbehorende opgaven maken

Rond half acht word ik wakker. Het is te vroeg en ik besluit mij nog eenmaal om te draaien. Om een uur of tien ontwaak ik wederom, maar besef me dat ik nog midden in een leuke droom zit. Uiteindelijk sta ik rond elf uur op. Alles gaat langzaam vandaag. Om twaalf uur besef ik me dat ik moe ben (waarvan vraag ik me ook af) en kruip weer in bed. Een uur later sta ik op, duik weer achter de computer en bedenk me dat dit niet op zal schieten.
Ik beschouw het weekend als verneukt (kan toch niet uit want heb niet veel geld meer en ik ben eigenlijk ziek), besluit mijn was bij elkaar te zoeken en vertrek naar mijn familie.

Uiteindelijk met mijn knapzak rond half zes in Schoorl beland. Mijn oom en tante zitten altijd aan de cryptogrammen en ook ik word gevraagd er even naar te kijken. Alhoewel mijn plan was mijn studieboeken er bij te halen kon ik het niet laten om mij er in te verdiepen en voor ik het wist vloog er een uur voorbij.

Nadat we gegeten hadden komt mijn andere tante ook langs. Ze kwam bij mijn neef (haar zoon) vandaan en vroeg me of ik ook ‘Hype’ kende, want daar had hij over verteld. Ik vond het uiterst merkwaardig dat zij het daar over had, daar ik een half uur geleden mijn oom en tante had verteld dat ik een date bij Hyves had gewonnen. Aangezien ik mijn oom had uitgelegd wat voor site dat was, imponeerde hij haar met het verhaal dat hij Hyves wel kende, waar de naam vandaan kwam en wat je er allemaal niet mee kon.

Rond een uur of half tien komt mijn moeder binnen vanuit haar werk. Als haar zus haar vertelt dat ik een date heb, krijg ik een stortvloed van vragen over me heen: “Maar je kent hem niet, dat is toch gevaarlijk?” “En straks gebeurt er wat engs!”
Ik leg haar uit dat ik me daar geen zorgen om hoef te maken..
“Oh, en hoe ziet ie eruit? En wat doet ie? En studeert ie? En wat doen zijn ouders? En..”
Ik vertel haar dat die site geen relatieplanet.nl is en dat ze zich niet druk hoeft te maken dat ik volgende week met een ring rondloop.

De rest van de avond nog steeds het leerboek niet opengeslagen.

Zondag
Planning: vroeg opstaan en hoofdstuk 14, 15 en 16 leren en de bijbehorende opgaven maken

Toen ik mijn boek opendeed, zakte de moed mij in mijn schoen. Dit vak is gewoonweg niet aan mij besteed. Besloot maar mijn site te gaan updaten met slap geouwehoer.
Ach en wee, ik heb echt geen zin om te leren...

zondag, juni 18, 2006

Vakantie!

Versuft werd ze wakker. De warmte dommelde haar in slaap.
Daar lag ze dan. Heerlijk op een bedje op het strand. De zon scheen en een koele bries deed de hitte iets aangenamer maken.

Ze had vakantie! Haar scriptie werd beloond met een 8,5 en haar laatste (struikel)vak met een krap zesje. Daar was ze wel tevreden mee.

Pff, wat een hitte! Ze draaide zich om op haar buik en liet haar rug insmeren door een gebronsde lokale jongeman.
"Als jij ooit weer afwas heb, dan doe ik dat graag voor je! Ik lap de ramen en ga stofzuigen! Doe je administratie! Gewoon, omdat ik het leuk vind!"
"Ja hoor, prima...kan ik nu weer verder pitten?"


Iets wat aan haar schouder rukte, ontwaakte haar uit haar slaap.
"Ga je de komende paar maanden mee feesten op een cruise? En neem al je vriendinnen mee!"
De blonde knaap gaf haar een stapel tickets en vertrok weer met de noorderzon. Ze stopte de kaartjes in haar tas en ging weer verder haar roes uitslapen.

"Hey!"
"WAT!?" zei ze geirriteerd.
"Mag ik je deze wonderpil aanbieden? Dan word je voor de komende honderd jaar niet ziek!"
Ze nam de pil in, vroeg ze even af waarom ze dan ziektekostenpremie zou moeten betalen, en spoelde het medicijn weg met water. Langzaam viel ze wederom in slaap.

"Eva, Eva!"
Versuft keek ze weer op.
"Wat nou weer?"
"Je hebt de jackpot gewonnen! Je krijgt 14 miljoen euro!", zei Gaston.
Beleefd nam ze het geld aan en sliep weer verder.

Een jaar lang bleef ze op het eiland Utopia, het beviel haar wel.

donderdag, juni 15, 2006

TELEAC CURSUS DEEL 8512

Handleiding voor mensen met scriptiestress en lange to do lijsten

Fase 1: ADEM GOED
1. Neem een Smint
2. Steek een sigaret op
3. Haal diep adem
4. Stik niet in uw geïnhaleerde rook
5. Tik as af
6. Herhaal punt 3, 4 en 5 tot waar mogelijk
7. Druk peuk uit in asbak

Fase 2: INVENTARISEER
1. Formuleer uw nog openstaande punten op een blaadje
2. Indien nodig, pak een volgend blaadje om de lijst af te maken
3. Indien nodig, pak een volgend blaadje om de lijst af te maken
4. Indien nodig, pak een volgend blaadje om de lijst af te maken
5. Verzamel alle blaadjes
6. Lees de verzameling door

-Herhaal fase 1-

Fase 3: CONSTATEER
1. Zet de openstaande punten in volgorde van prioriteit
2. Indien alles prioriteit heeft, zet ze dan in alfabetische volgorde
3. Krab onder uw kin
4. Kantel uw hoofd daarbij iets naar links en kijk met uw ogen naar boven
5. Kijk bedenkelijk
6. Raak niet in paniek

-Herhaal fase 1-

Fase 4: BESEF
1. Pak uw agenda
2. Tel de dagen tot uw deadline(s)
3. Tel de beschikbaar vrije dagen
4. Raak in paniek



-Indien u nu wakker wordt in een ziekenhuis, herstellend van een hartaanval, ga dan naar huis, wacht 8 minuten en ga dan verder naar fase 5-

Fase 5: WEES STRENG, doch rechtvaardig
1. Pak wederom uw agenda
2. Beoordeel de geplande sociale verplichtingen qua benodigde uren, liquiditeiten en drankmisbruik
3. Pak een pen
4. Streep alle leuke activiteiten door
5. Plan nu hooguit 2 x per week een ontsnappingsavond in van 23-4
6. Beoordeel uw to do list op eventuele sociale aangelegenheden, zoals naar de dokter gaan of boodschappen doen
7. Besef dat deze gelegenheden, naast de reeds genoemde ontsnappingsavonden van punt 5, uw enig contact is met de buitenwereld
6. Wordt niet zwaarmoedig

-Herhaal fase 1-

Fase 6: RELATIVEER
1. Besef dat u als vrijgezelle studente in Amsterdam het nooit drukker kan hebben dan toen u voltijd werkte
2. Besef dat wanneer u zich wel aan de deadline(s) houdt dit financieel voordeel kan betekenen (studiefinanciering, nog te ontvangen vakantiegeld, nog te ontvangen ziektekosten, nog te ontvangen belastingen)
3. Besef dat wanneer u zich niet aan de deadline(s) kunt houden er geen doodstraf, marteling of amputatie plaatsvindt
4. Besef dat er een grootse uitdaging voor u ligt te wachten

-Herhaal fase 1-

Fase 7: EINDFASE
STOP MET UPDATEN VAN WEBLOGS, HET MAKEN VAN HANDLEIDINGEN EN HET PLAATSEN VAN KRABBELS! ZET DIE COMPUTER UIT EN BEGIN!

dinsdag, juni 13, 2006

Zomaar een uurtje voor het slapen gaan...

Het gordijn schoof ze naar rechts en ze keek uit het raam. Het viel haar op dat ze best gelapt mochten worden. De zon had een paarsrode gloed en daalde neer in het westen. Ze wist zeker dat dat het westen was, want het was algemeen bekend dat de zon opkwam in het oosten. Dat herinnerde haar weer aan het feit waarom Japan een rode zon als vlag had.

Zouden ze dan uitgegaan zijn van Europa als middelpunt? Want ten opzichte van Europa ligt Japan in het verre Oosten. En het Wilde Westen lag ten opzichte van Europa inderdaad in het Westen. Maar wat nu als je in Amerika staat? Dan ligt Japan toch in het Westen? Was het daar dan niet wild genoeg om het daar het Wilde Westen te noemen?
Had ze maar opgelet tijdens de geschiedenislessen of aardrijkskunde. Dan had ze haar vinger omhoog kunnen steken en het probleem bij de leraar kunnen neerleggen.

Ze merkte dat ze afdwaalde.

Aandachtig probeerde zij zich te visualiseren hoe Amsterdam in elkaar zat. Nu ze zeker wist waar het westen lag, zou ze met zekerheid kunnen concluderen waar het noorden, het zuiden en het oosten lag.
Ze kon het niet uitstaan dat ze zo’n slecht richtingsgevoel had. Alhoewel ze hier al bijna twee jaar woonde, wist ze wat de oorzaak was. Ze fietste te weinig.

Het schemerde, maar de lantaarnpalen waren nog niet aan. Het was al over tienen, maar nog behoorlijk warm in haar kamer.

Uit haar bruine tasje haalde ze een zakje Bentasil. Ze ontvouwde het keelsnoepje uit het papiertje en stopte het in haar mond. Wat een papierverspilling, dacht ze bij zichzelf. Waarom doen ze wel veel moeite om giffen te verzamelen, maar is er zoveel papierverspilling? Het klonk nogal een beetje hypocriet uit haar mond, want zelf had zij geen ‘nee-nee’sticker op de brievenbus geplakt. Wel verzamelde ze altijd braaf oud papier en leegde dat regelmatig in de oud papierbak. Dat wel, maar als je zag hoeveel zinloos gekrabbel van haar op notitieblokjes stonden en hoevaak dat zinloze gekrabbel weer in de oudpapierbak verdween.

Het zou haar niks verbazen als over een tiental jaren er heffing werd geheven over verbruik van papier. De gevolgen van het gat waren elk jaar steeds beter te zien: warmere winters, nattere zomers, meer overstromingen… eigenlijk in strijd met dat het nu zo heet is, maar het zou er in iedergeval op neer komen dat het klimaat ontregeld was, want dat is het toch?

Ze zouden tot besef komen dat bomen erg belangrijk zijn voor het evenwicht in de natuur. Papier zou een schaarste worden en verbruik van papier zou geregistreerd worden.

We leven in een digitaal tijdperk. We zullen nog meer dood gegooid worden met spam en junkmail, welke wij voorheen in onze normale brievenbus vond, maar ook de verjaardagskaarten gaan via de mail. Bankzaken doet bijna iedereen al via internet, evenals de belastingen. Zelfs bedrijven dienen digitaal hun publicatiestukken in bij de Kamer van Koophandel. Nee, het gros van de mensen zal ervan overtuigd zijn dat papier maar zinloos is, lang leve internet! lang leve digitaal!

Op onderwijs kan er worden bezuinigd, want de kinderen kunnen één jaar overslaan: blind leren typen gaat nog altijd sneller dan leren schrijven. En met zo’n digitale pen schrijven –waarbij je je motorische skills wel wordt aangeleerd- stelt ook niks voor, als het woord enigszins wordt herkend op je notepad wordt deze al goedgekeurd.De kosten van al het papier wordt geherinvesteerd in algemene laptops. De leerlingen kopen in de V&D tijdens de schoolcampus geen schriften meer, maar een USB-stick, voor elk vak één.

In de klas klieren de etters nog steeds, maar niet door middel van briefjes, maar door berichten of plaatjes te bluetoothen of te verzenden via Wireless internet.
Als ze de juf willen pesten, plakken ze niet een papiertje op haar rug met ‘ik ben gek’, maar proberen ze haar te hacken.

Niet alleen blind leren typen, maar ook alle Office programma’s zullen worden gedoceerd. Ook een nieuw vak zal worden toegevoegd: filteren. Hoe kan je het best informatie vinden van het internet?

We zullen steeds meer naar een generatie gaan, waarbij parate kennis zeer bijzonder wordt. “Dat zoeken we even op” of “Even Googlen” zijn vaak gebruikte antwoorden. Niemand kent nog een telefoonnummer uit zijn hoofd, want alles staat in je telefoon opgeslagen. Zelfs je oriëntatie gevoel wordt niet meer aangewakkerd, want daar hebben we Tom Tom voor.

En dan, over vijftig jaar, laat ik aan mijn kleinkinderen wat antieks zien: een liefdesbrief, een gekrabbel op een notitieblaadje of… of een Bentasil papiertje. En allen zullen met grote ogen kijken, hun monden wagenwijd open.

Als ik ze dan vertel dat je er ook nog op kan staan en dat de tekst leesbaar blijft, ja, dan zullen ze helemaal verbaasd zijn. Dat kon je niet met een computer.

Ze merkte dat ze afdwaalde.

Het Bentasilpapiertje gleed ze strak, keek er nog eenmaal naar en gooide het in haar oud papierbak. Ze keek naar buiten. Het was donker.

Het gordijn schoof ze naar links.

dinsdag, mei 30, 2006

tip van de week

de tip van deze week is: laat geen wijn over je laptop toetstenbord vallen...vooral niet als je met je scriptie bezigbent en twee tentamens wil voorbereiden. enkele knopjes weigeren nu dienst te doen, waaronder de backspace en del knop, enter, shift, enkele cijfers, de cursortoetsen -ofwel vrijveel knoppen aan de rechterzijde- en ook nog wat andere knoppen..desondanks mag ik niet klagen,want gister deed mijn HELE toetsenbord het niet en begon het beeld ook te knipperen-vlakna het ongeval-....lang leve de muis en de functie 'symbool invoegen' in word...en nu ga ik heel hard schelden en huilen111111 -oja de shift deed het niet-...sniksnik grrrrrr -ja, ik weet het, dit is geen slimme actie van mij geweest-

zondag, mei 28, 2006

Er hangt een vreemd luchtje aan deze zaak

Bij mij is het niet spik en span, en dat zal het ook nooit worden. Tegenwoordig echter is de afwas minimaal, worden vuilniszakken vaak genoeg geleegd en er wordt door mij regelmatig opgeruimd en gestofzuigd. Zélfs de badkamer (inclusief het toilet) wordt dikwijls door mij onder handen genomen.

Alhoewel ik een roker ben en dus mijn reukorgaan dusdanig aangetast zou moeten zijn, bemerkte ik vandaag een aparte geur in mijn kamer. Heel even peins ik of ik nog ergens een lijk heb verborgen, maar ook die heb ik bij mijn laatst recente opruimwoede de deur uit gegooid.
Maar waar kwam dan die geur vandaan? En zo begon de zoektocht…

Als eerste inspecteerde ik de badkamer. Met mijn geoefende reukorgaan rook ik langs alle afvoerputjes, de waszak en zelfs het toilet. Maar de waszak rook slechts muf en de sanitaire voorzieningen roken naar chloor.

Als een speurhond snoof ik verder naar de keuken. Wellicht zou het luchtje uit mijn vuilniszak komen. Daar beland en geroken te hebben, bleek deze naar “gewoon” afval te ruiken. Eén van de eerste momenten dat ik genoot van de geur van afval, het rook een stuk beter dan de graflucht die ergens rondzwierf in mijn kamer.

Ik besloot mij maar te concentreren op de hal. Ik zag mijn rubberen kaplaarzen in de hoek staan en concludeerde dat er vast poep onder mijn schoen (nuja, laars) zat. Ook dit bleek van mij een ongegronde conclusie.
Aangezien ik mijn schoenen allemaal in mijn opberghok doe (althans, dat is de bedoeling) en wellicht een ander paar besmeurd is met faeces, trok ik de deur open van deze ruimte, inhaleerde diep en… rook alleen de mufheid van het hok.
Ik heb nota bene ook nog aan de stofzuiger gesnoven, gekeken of de zak aan vervanging toe was en kon enkel concluderen dat de hele stofzuiger vervangen mag worden. Niet dat ie stonk naar graflucht, maar hij was wel een beetje kapot. (Dat zal niet te wijten zijn aan slijtage door mijn gebruik, maar dat terzijde.)

Hmm, waar is Watson als je hem nodig hebt? vraag ik mijzelf af, wrijf over mijn kin en steek een sigaret op.
IJsberend loop ik van mijn woonkamer naar de studeerkamer via de slaapkamer, ik kom er niet uit.

Ik besluit wat te gaan eten, zet een pan pasta op het vuur en serveer het over de penne. Beetje kaas erbij en wat verse basilicumbladeren. Na gegeten te hebben, doe ik nog even een middagdutje, kijk nog wat tv en wordt uiteindelijk wakker gebeld.

Het spreek voor zich dat dat niet echt bijdraagt aan de zoektocht van de nare geur. Moedeloos plof ik op de bank en kijk naar mijn verpieterde oreganoplant. Had ik deze niet ruim drie, misschien wel vier, weken in leven gehouden? Ja, ik was daar best trots op dat deze het zo lang bij mij heeft kunnen uithouden! Met een gepast afscheid trek ik de plant met plastic omhulsel uit de pot en werp hem in mijn vuilniszak. HOLY SHIT! (vert: heilige poep) Uit de pot kwam een lucht van heb ik jou daar! Het 5 cm hoge restje water had zich ontpopt tot de meest kwalijke reuk voor mijn neus.

Heel suf bedenk ik me dat de niet-eetbare plant uit mijn plantencollectie –gekregen van mijn moeder- een soort van moerasplant was. Mijn moeder vertelde me (ik herinner het me nog als de dag van gister): “GEEF HEM VOLDOENDE WATER! IEDERE DAG!” “DENK ERAAN VOLDOENDE WATER TE GEVEN, IK WIL ZE NIET VANAF HIER HOREN SCHREEUWEN OM WATER.”
Zo braaf als ik was deed ik dat.
Elke dag een ruime scheut water.
Ze hadden niet te klagen aan water.
Integendeel.
Wanneer ik de plant uit de pot haal zwemt hij in een welriekende hoeveelheid water waar je bijna van flauw valt.
Waarom ben ik dan ook zo dom geweest een moerasplant in huis te halen? vraag ik mij ineens af, terwijl ik mijzelf voor mijn kop sla. Samen met de basilicumplant, eveneens stinkend in een plas water, zet ik deze beide op het balkon.

Langzaam verdween de geur.
Snel verdween de gedachte dat ik groene vingers zou hebben.

Korte mededeling

Sinds een paar maanden schrijf ik ook partyreports en columns voor een uitgaanssite: www.clubjudge.com.
Klik hier om het nieuwste report van mij te lezen.

vrijdag, mei 12, 2006

It doesn’t make me an independent woman

Ik kon niet meer zonder hem…ik begon net van hem te houden…ik wilde hem voor altijd bij me…

Ja, vol lof was ik over hem. Vooral in het begin. Razend enthousiast vertelde ik aan mijn vriendinnen hoe hij was en wat zijn goede eigenschappen waren. En velen waren het er met mij eens dat hij echt wat was voor mij.

Trots was ik op hem. Zelfs vreemden mochten weten hoe ik over hem dacht. In mijn ogen was hij echt fantastisch. Soms kon hij mysterieus zijn, maar beetje bij beetje leerde ik hem kennen. Oké, hij was dan wel wat grover gebouwd dan wat ik eigenlijk wenste, maar hij was wel heel strak, cool, handig en hij kon veel, gewoon écht een lekker ding! Waar vond je die combinatie nog tegenwoordig? Ja, ik was écht smoor op hem...

Maar nu leer ik zijn ware kant kennen. Eerst nam ik zijn mankementen maar voor lief –bad day can happen-, maar sinds vandaag begin ik toch waarlijk te twijfelen. Ik heb het gevoel dat hij mij in de steek laat…

Wanneer ik hem echt nodig heb, dan laat hij me barsten en wanneer ik hem niet nodig heb, blijkt hij ineens tijd voor mij te hebben.

Alles is precies wanneer het hém uitkomt! Soms heeft hij zelfs het gore lef -waar haalt hij het vandaan!- terwijl ik hem bel gewoon op te hangen! Tijdens het gesprek!

Wellicht zal ik mijn eisen moeten bijstellen voor de volgende keer, gewoon gaan wat er leuk uit ziet van de buitenkant, niet te complex van binnen, gewoon een simpel model.

Gelukkig heb ik het bonnetje nog.

Dan kan ik hem hopelijk laten repareren.
Want als het aan T-Mobile ligt, zit ik er nog een half jaar aan vast.

woensdag, mei 03, 2006

Ren je rot!

Stoppen met roken of sporten.
Je denkt me te kennen als je dacht dat ik dan maar zou gaan stoppen met roken.
Want sporten zou mij fataal worden.
Dat dacht ik ook.

Vandaag was het dan zover. Ik zou de grote stap wagen: joggen in het Vondelpark. (Ja, u leest het goed!)

DAG 1
De warming up
In mijn kast hangt een witte sportbroek. Nuja sportbroek. Hij is in ieder geval wit. En je zou er mee kunnen sporten. Er zitten elastiekjes aan de onderkant, zodat wanneer je het warm hebt je er een driekwart of korte broek van kan maken. En er zitten zakken in.
Ik trek een sporttopje aan, zodat het net echt lijkt. En dan nog een paar gympjes uit het jaar nul. Nog een trui om mijn middel, voor het geval het koud wordt.

M’n MP3speler (met sportoordopjes!) fix ik door er een nieuwe batterij in te doen en er een paar keer op te slaan. Mijn mobiel doe ik in mijn zak (je weet maar nooit). Een briefje van twintig, Smint, sleutels en mijn OV doe ik in een portemonneetje in mijn zak.
Ik neem een flesje water mee en doe een roze polsbandje om.

Als ik in de spiegel kijk zie ik een toerist die voor het eerst gaat joggen. Oordopjes in. Foute niet afgestemde kleding. Propvolle zakken. Wel een bruine gespierde buik. Je zou bijna denken dat ik conditie had.

Ik ben er klaar voor…

De cooling down
Ze knipoogt naar me en herhaalt het nogmaals “lekker bloot!”. Daarna sjokt zij weer verder in haar zwarte coltrui om andere mensen lastig te vallen.
Ik neem de lift, dat heb ik toch verdiend?
Ik vraag me af of het een goed idee was, maar stiekem weet ik dat ik er aan moet geloven. Morgen maar weer. Nog een lange weg te gaan.
Uitgeput val ik op bed.

Het joggen
Met de lift ga ik naar beneden. Als ik buiten sta geniet ik van de zonnestralen. Ik kijk hoe laat het is. 12:23. De muziek doet me goed. Ik ren de hoek om. Al gauw merk ik dat mijn trui van mijn middel valt. Waarom had ik die in godsnaam om gedaan? Zelfs ik heb het warm!
Ik doe er een dubbele knoop in.
Nog geen drie stappen verder merk ik dat mijn broek begint af te zakken. De portemonnee met inhoud, mijn telefoon en MP3 speler is toch te veel van het goede. Daarop besluit ik mijn mobiel maar in mijn rechterhand vast te houden. In de linker heb ik immers mijn waterflesje vast.
Wanneer ik de straat uitgerend ben, mijn trui alsnog van mijn middel zakt en mijn broek van mijn kont glijdt, besef ik me dat dit niet werkt. Ik ren de hoek om naar links, ga nog een keer naar links en ren mijn flat tegemoet.
Om 12:28 arriveer ik voor mijn deur en zie ik de meest vervelende medebewoonster. Ze zegt iets, maar ik hoor haar niet vanwege de muziek. De dopjes haal ik uit mijn oren.

..

TO BE CONTINUED

Metropolische gedachtes

Ik twijfelde of ik me er echt aan irriteerde. Ik was toch een stadsmens? Toch gewend aan geluiden, stank en overlast?

Vorige week rook ik de geur van gier. Ik kon er niet aan wennen. Mijn collega’s lachten me uit, dat ik een stadsmeid was en de geuren van het platteland niet kon waarderen.
In tegenstelling tot hen genoot ik als enige van de printerlucht. Wederom verklaarden ze me voor gek.

Het viel mij op, dat ik niet de enige was die het hoorde. Kennelijk was het de gewoonste zaak om het als boomblaster te laten fungeren. Het leek wel alsof ik op een vrijdagavond in de Sinners was, zwart van de mensen, R&B, rap, hiphop...

Ik wilde genieten van mijn gedachten. Van het uitzicht. Van de mensen om mij heen.
Hij kende de regels van De Woonkamer kennelijk niet. En dat, terwijl er daar toch veel mocht.

Je mag best bellen. Maar ga dan niet schreeuwen aan de telefoon.
Je mag best eten. Maar geen pindakaas of patat.
Je mag best drinken. Maar bedwelm me dan niet onder de alcoholdamp.
Je mag best praten met je vrienden. Maar laat mij er in godsnaam buiten.
Je mag best muziek luisteren. Doe dan oordopjes in.

Je mocht best veel.

Vier mensen had ik al gespot, die zich er kennelijk aan stoorden. Ze keken naar hem, naar mij en naar elkaar.

De oudere vrouw, die voor me zat, stond op en liep naar de jongeman. “Zou u zo vriendelijk willen zijn uw muziek af te zetten?” De getinte man negeerde haar. Weer vroeg de oude dame het op haar allervriendelijkst. Hij schudde zijn hoofd. Verbouwereerd en teleurgesteld liep ze maar weer terug naar haar plek en ging weer zitten. Uit haar tas griste ze wat pillen en spoelde het weg met wodka.

Op dat moment liepen twee toeristen naar hem toe, met dezelfde vraag. Nu gesteld in gebrekkig Engels. De donkere man stond agressief op en vertelde hen dat ze zich nergens mee moest bemoeien, dat het hun zaken niet waren en dat ze vooral hun kop moesten houden. Hij stond nu dicht tegen de klungelige toerist aan. De lange jongen voelde zich hierdoor geïntimideerd en in een reflex duwde hij hem van zich af. Dit liet de vervelende knaap niet op zich zitten en gaf hem daarop een flinke rechtse.
De rugzak fungeerde als een airbag toen hij op de grond plofte. De andere toerist hurkte naast hem en schudde hem wakker.
De tram stond stil en de backpakkers vluchtten strompelend de tram uit.

Nigga…fucka…shit…motha fucka…de muziek klonk door.
Nog slechts tien minuten verwijderd van huis.

Ik had het in het begin niet eens door, maar al gauw hoorde ik ze discussiëren. De kale jongeman, die schuin voor mij stond, had ruzie met hem gemaakt. “Zet die kankahmuziek af!” “Dis op man! Ga je moeder neuken!” Ik denk dat het punt bij beiden wel duidelijk was, alleen jammer van de woordkeus. Ze scholden er behoorlijk op los. De tram reed door. En de overige reizigers wisten niet wat te doen.
In een flits zag ik nog dat de kale air max dragende gast een mes trok….

Ik vroeg me af wat er morgen in de krant zou staan: "JONGEN DOOD. REDEN: MUZIEK AAN IN TRAM." En iedereen zou het raar vinden. Want hij luisterde gewoon zijn muziek... Was dat teveel gevraagd dan? Daarop zou volgen dat er een hele groep jongeren zich altijd laten vergezellen door de pokke herrie van hun gepimpte mobiel. Iedereen reed dan in een kakofonische discotram. En niemand zou er wat van zeggen. Want we zouden het voorval niet nog eens willen mee maken...

Vier mensen had ik al gespot, die zich er kennelijk aan stoorden. Ze keken naar hem, naar mij en naar elkaar.
Ze ondernamen van allen geen actie.

En ik wachtte op het moment.
En het moment kwam.

De batterijen van zijn mobiel waren leeg.

De tram reed rustig verder...

zaterdag, april 22, 2006

The place to be

Het was een plek voor multi-taskers.
Een plek voor mensen die weinig tijd hadden, maar wel erg druk.
Een plek voor mensen die zich verveelden.
Een plek voor mensen die erg lui waren.
Een plek om lekker te kletsen, elkaar weer te zien of te ontmoeten.
Een plek, die voor velen tot irritaties leidden.
Het was een bijzondere plek.

Dagelijks ging ik daar naar toe. Meestal uit pure noodzaak. Soms gewoon voor de gezelligheid. Vaak omdat ik lui was.

Als ik zin had om te studeren, dan pakte ik mijn boek.
Als ik honger had, dan at ik mijn brood.
Als ik dorst had, dan dronk ik wat.
Ik kon hier bellen, internetten, lezen, slapen en muziek luisteren.
Ja, hier kon alles.

Het was een goed verlichtte plek, ramen waren er vol op. Als ik me verveelde kon ik naar buiten kijken of naar de mensen die samen met mij in de ruimte waren. Al gauw verveelde ik me dan niet meer. Ik verveelde me daar vrijwel nooit. Er was altijd wel iets te doen in de Woonkamer.

Opmerkelijk was, was dat er niet één, maar meerdere waren. Het leek wel een overkoepelende organisatie van Woonkamers en je had ze dan ook in verschillende uitvoeringen. De een was comfortabeler, de ander had sanitaire voorzieningen, sommige hadden zelfs een horecagelegenheid! Er was echt voor elk wat wils, echter de meesten voelden zich er toch niet thuis.

Maar het meest speciale, meest unieke vond ik de tijd-ruimte dimensie. Nee, het was geen tijdmachine van Barabas. En nee, je kon niet elke Woonkamer pakken die je wilde. Je moest de goede Woonkamer betreden, alvorens het je dat ene extra kon bieden.

Was het niet fantastisch dat je een ruimte kon binnengaan en werd verplaatst van punt A naar punt B? En in de tussentijd kon je een boek lezen, mensen observeren, surfen op het net, en nog veel meer om op te noemen. In het meest gunstige geval kreeg je zelfs ook nog een krantje mee! En je hoefde niet op het verkeer te letten, niet te wachten in de file, niet te vrezen dat je net gestylde haar werd verwoest door de tegenwind. Alleen maar te zitten op je luie gat. Het leek toch bijna een utopie?

Hulde daarom aan de Openbare Woonkamers, voor de meesten een onbegrepen plek, enkel beschouwd als ‘openbaar vervoer’.

En dat is jammer, want het is een bijzondere plek.

donderdag, april 20, 2006

Yes, it's still alive!

Ja, ik leef nog.

Maar het onmogelijke is gebeurd.
Had het ook niet verwacht van mijzelf.
Zie nu ook de gevolgen ervan.
Maar ach, stiekem bevalt het me wel.

Heb mijn leven weer eens omgegooid.
Begin weer fris, met volle moed, schone lei.
Dat het mij zou overkomen, nee, wie had dat gedacht…

Als ik in de spiegel kijk, vraag ik me werkelijk af of ik mijzelf nog herken.
Maar als ik goed kijk, zie ik toch dat ik het ben.

Is er dan toch zoiets als hoop?

Eind maart besefte ze dat ze teveel hooi op haar vork nam, dat ze een zeer grote to do list had, die ze nauwelijks kon overdragen, dan wel kon delegeren.

Maar ook voor een vrijgezelle studente, tevens afstuderend, druk met studie bezig zijnd, krap bij liquiditeiten zijnd, penningmeester zijnd, waarnemend secretaris en vice-voorzitter zijnd, hoofdredacteur zijnd, tandarts in Amsterdam zoekend, ruim drie jaar lang vaste klant bij de dokter zijnd, eigen website hebbend, graag uitgaan willend, poging tot columnschrijvend, geen huisvrouw zijnd, en nog veel meer zijnd, willend en hebbend…. ja, ook voor die mensen is er hoop…

Neem maar van mij aan.


Voor alle duidelijkheid: mijn kamer is opgeruimd, de afwas is gedaan.

Nu de rest nog.

zondag, maart 26, 2006

Tempus fugit versus Festina lente

mijn studieboeken hebben het zeer
en wachten tot ik ze bestudeer

want als je niet –zoals het hoort-
op tijd begint
is er een grote kans dat je onvoldoende scoort

maar dat studeren komt nog wel
in de praktijk leer je toch heel snel

morgen is er weer een dag
en anders overmorgen
een week die telt er zeven
dus stop eens met die zorgen
geniet eens van je leven

maar wat is dan zo je-van-het
bij het roken van een sigaret?

je bent namelijk wel een idioot
als je van te voren weet
dat het leidt tot de dood

toch weet ik dat ik ‘t niet laten kan
en ik geniet er dan ook telkens van

morgen is er weer een dag
en anders overmorgen
een week die telt er zeven
dus stop eens met die zorgen
geniet eens van je leven

in de keuken staat een vieze vaat
die er al een tijdje staat

maar wordt het niet te gek
als je met stokjes leert te eten
want je hebt geen schoon bestek?

toch laat ik liever de boel de boel
dat geeft mij een veel fijner gevoel

morgen is er weer een dag
en anders overmorgen
een week die telt er zeven
dus stop eens met die zorgen
geniet eens van je leven
driehonderdvijfenzestig heeft een jaar
met schrikkel ééntje meer
daar zitten heel veel morgens tussen
wellicht dat ik het dan weer eens probeer

vrijdag, maart 24, 2006

Inventarisatie van mijn leven

een mok waar ik sinaasappelsap uit dronk
een mok waar ik Hero Fruitontbijt sinaasappel-banaan uit dronk (de vezels zijn nog te zien)
een groot theeglas met een klein bodempje van suiker (shaken not stirred)
een verpakking van een halve kilo monapudding (de griesmeelvariant- how bad) met een vastgeplakte lepel erin
een oranje en paars bakje waar yoghurt hangop (lugubere naam) uitgegeten is, beiden vergezeld met wederom een vastgeplakte lepel
twee longdrinkglazen en een groot theeglas, allen voor de helft gevuld met kraanwater
een ontbijtbord –voorzien van boerenbontmotief- versierd met broodkruimels en kipkerriesalade resten
weer eenzelfde bord maar dan met grof zeezout en verse peper
een geel bord waar ik pasta op heb gegeten
een schoteltje met wat schmutzigkeit
een jaren ’50 look- mok met tekst “I’m having my period and can therefore legally kill you”
vier lege sigarettendoosjes (correctie: vijf)
Spits! van maandag 20 maart
een biologische mueslireep houdbaar tot en met 24 maart 2006 (ik hoef nu niet meer na te denken over wat ik vanavond zal gaan eten…)
een Nokia 6600
een wasknijper
een doosje Ibuprofen
een liniaal, schaar en plakband
een e-dentifier en een rabobox
twee lucifersdoosjes (Rain en 18twintig) en drie aanstekers
dermatologische geteste bodylotion voor de gevoelige huid
5 AAA Duracel batterijen, waar ik me van af vraag of ze nou vol zijn of niet
twee fietslampjes (ik hoop dat ze het doen)
1 leeg doosje Smint
een overvolle en een halfvolle asbak
een stempelset
twee lampen, waarvan er een niet is aangesloten op het net
een zoutmolen voor grof zeezout
een bluetooth USB adapter
een lenzenhoudertje
nog een doosje Ibuprofen
een zakje laurierblad
een strip Nurofen 400 mg
een mp3speler met sport oordopjes
een Elsevier van 14 januari 2006
bonnetje van de schoenmaker (dat is waar ook!)
een pannenlap van Het Concertgebouw
nog een leeg doosje Smint
een MDA Vario
negen met stressgevulde administratiebakken
een herinnering van een doktersnota
een lege plakbandautomaat
een lipgloss en eyeliner
een valentijnskaart
alweer een aansteker (en ik maar telkens nieuwe kopen, omdat ik dacht dat ik er geen had)
een nietmachine
een Nokia oplader
een klein roze portemonneetje waarschijnlijk leeg (*kijkt en ziet tot haar verbazing 35 euro!?!*)
snoeren en kabels
een stripboek “Barberaal tot op het bot”
een boek “Formules en functies in Excel”
een zakje witte chocolade eitjes
een pritt correct-it
een verjaardagskaart
een muntstuk van 5 eurocent
drie pennen
een kettinkje
een waardebon van 15 euro voor de V&D
een ongeopende envelop van de Rabo met een bankafschrift
een boek “Het leven van Pi” van Yann Martell
een kaki bruine tas van Claudio Fericci
een verdwaald Smintje
zelfaangemaakte ‘literatuur’ over interimcontrole en standaardwerkprogramma’s voor eindejaarscontrole, netjes gebundeld
een spelletje “Fjord”
een CD waarvan ik niet weet wat er op staat
een roze polsbandje
twee speakers van Sony
een optische muis
een laptop

en dat allemaal op 1,28 vierkante meter bureau

De kater komt pas later

Hoe had dit weer kunnen gebeuren?

Ze lag weer naast me en tikte op mijn kop. “Hé, laat dat!” Het maakte niet veel uit, ze bleef me irriteren. Waarom deed ze zo kattig tegen mij? Ik stapte uit bed, liep naar de koelkast, schonk een glas Hero Fruitontbijt in en dronk hem in één teug op. Toen ik me omdraaide stond ze voor mijn neus. Ze was me achtervolgd. Zuchtend strompelde ik richting bed en kroop weer onder de dekens. Helaas kwam ze er ook bij liggen.

Ik had mijn haren steil gemaakt: ik was er klaar voor! Vanavond ging ik eindelijk weer uit! Niet dat het een tijd geleden was – afgelopen zaterdag bevond ik mij nog in de Zebra -, maar meer omdat ik behoefte had in geen gepieker over de naderende datum voor het afstuderen, schreeuwende afwas, tijdrovende projecten van mijn studie en opstapelende verplichtingen. Wilde ik opnieuw vluchten naar de optimistische droomwereld?

Ik staarde naar het plafond en verveelde me. Als ik mij teveel bewoog zou ik haar doen ontwaken. Je moet vooral geen slapende honden wakker maken. Links van het bed lag haar telefoon. Ik strekte mijn arm en haalde hem naar me toe. Gewekt door nieuwsgierigheid wilde ik in haar mailbox kijken. Had ik dat wel moeten doen?

In de Gieter bleek het rustiger dan verwacht. Maar goed, dat hangt er natuurlijk ook vanaf wat je verwachtingen waren. Aan de voorkant was het vol in tegenstelling tot het achterste gedeelte. Op zich opmerkelijk, meestal was het andersom. Alhoewel ik moeite had met het eerste biertje, stroomde het volgende goudgele drankje gemakkelijk in mijn keel. Het leek bijna een sport; hoe meer je oefende, hoe sneller je werd.

Ik weet niet meer precies hoe laat het was, maar toen ik naar het toilet ging zag ik haar voor het eerst.

Met één druk op de knop kwam ik in haar INBOX terecht. Ik ontdekte een digitaal vastgelegd verstoppertje met twee afzonderlijke mannen (ze kenden elkaar niet):
2:43, M., “Ja…waar ben jij?”
2:58, M., “Wat wil je dan?”
3:00, G., “Wij staan bij de bar, waar zijn jullie?”
3:18, M., “Bij de bar.”
3:30, M., “Waar ben je?”3:37,G., “Waar ben je”

Toen ik het laatste smsje (4:29, M.) wilde lezen, voelde ik mijn hoofd bonken. Ik kreeg een klap in mijn gezicht. Ze was wakker geworden. Een moment lang keken we naar elkaar en zeiden niets. Ineens bulderden we het uit van het lachen. Hoe dom en schaamvol het ook was, de humor zagen we er ook van in. Gelukkig maar.

Toen ik voor een tweede maal naar de wc ging, verbaasde ik mij dat ik een jongen aantrof. Dit was toch het damestoilet? De jongen stak een leuk verhaal op over het metropoppetje op de deur, dat hij twijfelde en de stap gewaagd had. Ik vertelde hem dat zo’n pot daar toch niets van merkte. Hij bood zijn excuses aan en om het goed te maken een biertje aan de bar. Hij had niets hoeven goed te maken en al helemaal niet zijn excuses hoeven aan te bieden. Onder de indruk van zijn leuke verhaal ging ik toch in op zijn aanbod. Zo’n rakker lustte ik wel.

Wederom was ik onder de indruk van hem. Op de vraag wat voor een studie ik zou doen twijfelde hij tussen “iets economisch” en “iets creatiefs”. De twijfel, die ik zelf ook heb. Ik daarentegen scoorde slecht over zijn studiekeuze. Nuja, ik gokte wel dat hij een studie deed, waarvan je zou denken: is dat een studie? En dat hij zijn mensenkennis niet uit theorie kende, maar uit de praktijk. Maar verder dan dat kwam ik niet.

Met Ola zou ik naar de Lux gaan. Toch werd er opnieuw door G. een rondje gehaald. Ik sloeg hem af, omdat ik toch weg zou gaan. Niet veel later stond ik er nog steeds. Een nieuw glas geklemd in mijn hand.

Ze kwam er bij staan. We lachten en we hadden lol. Ik vond haar erg leuk.

We trokken de deken naar ons toe en gingen er weer onder liggen. Nu wilde ze, - nee, ze eiste! – in mijn telefoon kijken. Ik stemde toe en samen keken we in mijn verzonden items. Ik schrok toen ik las hoe vol ik van haar was. Heel even begon ik mij zelfs te schamen voor haar. En dat terwijl ik ook zo veel lol met haar kon hebben. Ik baalde dat mijn vriendinnen gisteravond er niet waren. Zij hadden me misschien een beetje tegen kunnen houden.

In de Lux was het er rustig. We waren met een klein groepje: G. en zijn kornuiten, Ola en ik. En zij was natuurlijk ook mee gegaan met mij. We dronken er één en vervolgden onze weg naar de Paradiso. Het was al na tweeën meen ik mij te herinneren. Dat herinner ik me dan weer wel.

Samen met haar liep ik naar de bar. Ik wilde bier bestellen. Kreeg ook weer een slammer. Damned! Onder invloed van haar dronk ik hem toch op. Damned! Waarom liet ze me dit doen?

Extatisch liepen we naar de dansvloer. Ze hield me zo stevig vast, dat ik af en toe een beetje wankelde. Ik vroeg me af waar M. was. Waar verschool hij zich als je hem nodig had? Ik stuurde hem een sms of hij in de Paradiso was. Even later kreeg ik een berichtje terug: “Ja…waar ben jij?” Ik stuurde mijn locatie coördinaten (wat niet veel meer was dan “ja ik ben ook in de parasiso”) en dat ik hem wou zien. “Wat wil je dan?” kreeg ik als antwoord.Hierna volgde een zoektocht, vonden we elkaar, vonden we weer anderen en verloren elkaar weer uit het oog.

Waarschijnlijk rond kwart over vier belandde ik buiten. Om 4:29 kreeg ik nog een laatste sms van M. welke mij de doorslag gaf om de taxi naar huis te pakken.

Goh zeg, wat is het lekker weer vandaag! De zon schijnt en het is helder. Het lijkt zelfs wel warm! Ik loop naar de badkamer en slik een Nurofen. Ik vertel haar dat ze met een uur toch echt weg moet zijn.

Niets is minder waar, ze bleef me de hele dag achtervolgen. Lichtelijke koppijn, trillende handen en een brak gevoel kreeg ik van haar. Pas na het eten verliet ze me: de alcohol in mijn lichaam.

donderdag, maart 23, 2006

De kater komt pas later voor Dummies, handleiding Smintbabetisme

Net als een mislukte grap: de clou uitleggen. Van meerdere mensen vernam ik, dat ze mijn tekst (de laatste alinea was nog niet toegevoegd!) niet begrepen. Althans niet in die opzet welke ik er mee bedoelde. En dat terwijl ik dacht dat ik een briljant stuk had geplaatst (laat mij dat nou denken)! Niets is minder waar, want wat is genialiteit, als niemand het begrijpt?

Na het lezen van de tekst kan het zo zijn dat je er niet verder over dacht. Dat kan.

Wat zou de reden zijn dat ik schrijf? Is het niet zo dat ik mensen wil laten denken? Verwacht en hoop ik op een actieve lezer? Wil ik ze buiten de kaders laten denken? Ze laten stil te staan bij het feit dat wat je leest niet gelijk dat hoeft te betekenen wat er staat?

Nee, ik kon het niet gaan uitleggen.

Of toch.

*Schrijft laatste alinea op en voegt deze toe.*

Ja, ik geef toe. Misschien te ver gezocht. Moet niet de lezer in het ongewisse laten. Maar toch, ik vond het zo klaar als een klontje. Toch zal ik je de signalen niet onthouden en voor deze ene keer ALLES uitleggen, wat ik ermee bedoelde…

Ze … tikte op mijn kop – mijn hoofdpijn
ze bleef me irriteren –hoofdpijn is kut
kattig - kater
Ze was me achtervolgd. Zuchtend strompelde ik richting bed en kroop weer onder de dekens. Helaas kwam ze er ook bij liggen. –kater ga weg!

Als ik mij teveel bewoog zou ik haar doen ontwaken. –niet veel bewegen als je koppijn hebt.
Je moet vooral geen slapende honden wakker maken. – je moet gevaar niet gaan opzoeken en dus vooral niet gaan headbangen als je koppijn hebt.
Gewekt door nieuwsgierigheid wilde ik in haar mailbox kijken. Had ik dat wel moeten doen? –tip: lees ’s ochtends niet je smsjes door na zo’n avond.
Ik weet niet meer precies hoe laat het was, maar toen ik naar het toilet ging zag ik haar voor het eerst. –ja duh, ik keek in de spiegel en zag dat ik teut was.
Toen ik het laatste smsje (4:29, M.) wilde lezen, voelde ik mijn hoofd bonken. –koppijn is au.
Ik kreeg een klap in mijn gezicht. Ze was wakker geworden. –ze sloeg me niet, maar ik schrok en er begon iets te dagen.
Een moment lang keken we naar elkaar en zeiden niets. -ik dacht na.
Ineens bulderden we het uit van het lachen. Hoe dom en schaamvol het ook was, de humor zagen we er ook van in. - ik moet lachen, ook al schaam ik me stiekem wel een beetje (boel).

Ze kwam er bij staan. We lachten en we hadden lol. Ik vond haar erg leuk.-alcohol maakt mijn geest tot niveau nul en zelfs nog minder. Heerlijk.
Ik schrok toen ik las hoe vol ik van haar was. –JEZUS MINA?! Had ik echt zoveel gedronken?! Heel even begon ik mij zelfs te schamen voor haar. - Had ik dat verstuurd?! NEEEEE, zeg dat het niet zo is!!!
Kreeg ook weer een slammer. Damned! Onder invloed van haar dronk ik hem toch op. Damned! Waarom liet ze me dit doen? –Tsja, ad fundum’s theory still based on bottoms up.
Extatisch liepen we naar de dansvloer. Ze hield me zo stevig vast, dat ik af en toe een beetje wankelde. –ik was behoorlijk aangeschoten (lees: dronken) en kon nauwelijks op mijn benen staan.

Ik vroeg me af waar M. was. Waar verschool hij zich als je hem nodig had? Ik stuurde hem een sms of hij in de Paradiso was. Even later kreeg ik een berichtje terug: “Ja…waar ben jij?” Ik stuurde mijn locatie coördinaten (wat niet veel meer was dan “ja ik ben ook in de parasiso”) en dat ik hem wou zien. “Wat wil je dan?” kreeg ik als antwoord. -de berichtjes die ik kreeg van M. waren precies de zelfde berichten die in ‘haar’ inbox stond. Toeval?
Ik loop naar de badkamer en slik een Nurofen. Ik vertel haar dat ze met een uur toch echt weg moet zijn. –hoofdpijn proberen weg te slikken met ibuprofen.

Tevergeefs.

woensdag, maart 22, 2006

Wachtend op station Weesp

Ik kijk naar hem
rustig loopt hij door

wanneer hij bijna bij het einde is
wacht hij eventjes
op zijn compagnon
maar loopt dan weer rustig door

bijna een minuut lang moet ik weer wachten
kijk ik naar hem
terwijl hij rustig doorloopt

totdat hij bijna bij het einde is
dan wacht hij weer
op zijn trage vriend
en begint weer opnieuw te lopen

ik snap het niet
waarom wachtte hij telkens zo lang op zijn metgezel?
zou dat een reden zijn dat hij achter liep?
liep hij überhaupt achter?
hoelang wachtte hij daar wel niet?
haalde hij de schade dan weer later in?
daar leek het anders niet op…
of klopte het wel allemaal?
ik snap het niet

Nog eenmaal besluit ik te kijken
een zwarte en slanke verschijning

ik wrijf in mijn ogen
kijk gebiologeerd

..dertien, veertien…
hij loopt verder
..

..achtendertig, negenendertig…
wat duurt het toch lang
..

..vijfenvijftig, zesenvijftig..
getikt nadert hij het einde
..

..negenenvijftig..
(even wachten)
..
(nog even wachten)
..
(partner loopt ook weer bij) (eindelijk)

hij loopt door
rustig en in gelijke tred

niets heeft hij overgeslagen
niets haalt hij in

tijd blijft een mysterie
ik snap het nog steeds niet…


Nawoord gevolgd door Aha!-Erlebnis:
"De stationsklokken zijn aangesloten op een systeem wat door middel van de atoomklok gelijk wordt gehouden. Logischerwijs is het mechanisch makkelijker om een secondewijzer even stil te zetten dan te versnellen. Om deze klokken dus elke minuut goed te kunnen zetten, moet je dus zorgen dat hij iets te snel rond is, zodat je hem alleen heel even hoeft stil te hangen en te laten wachten op de puls van 1s. voor het heel. Zodra hij die puls heeft, zet hij zichzelf weer in werking en is de wijzer precies op tijd op de hele minuut."

zondag, maart 19, 2006

Ticket to the tropics voor slechts 10 euro

De weersverwachtingen vielen me toch tegen. Ja, het regende, stormde, sneeuwde of hagelde weliswaar niet, maar het was wel koud en onder nul. Ik was toe aan de zomer. Over drie dagen zou het lente worden, maar daar was nog niets van te merken. Gehuld in een jas, welke iets weg had van een dekbed, was ik op weg naar de Zebra, hopend op een beter klimaat.

Damned, het was al 10 voor half 1! Eigenlijk waren we te laat voor de gastenlijst. Ik legde de situatie uit. Ze deed moeilijk. Met geen mogelijkheid konden we nog for free naar binnen. Tsja, ik moest toegeven dat ze gelijk had. -Ik haat mezelf als ik zo denk.-
De vrouw van de gastenlijst ging in overleg met een portier en even later met nog een man. We maakten het ze wel lastig. Uiteindelijk mochten we bij wijze van uitzondering toch naar binnen gaan. Dat ik namens Club Judge kwam, viel behoorlijk in ons voordeel. Opgelucht en blij betraden we de zonnetempel van de jungle die Zebra heet.

In de –overigens zeer krappe- hal trokken we onze jassen uit en gaven deze af aan de garderobe. Op dat moment kwam de vrouw van de gastenlijst achter de entreedeur vandaan. Ze riep mijn naam, liep naar me toe en verexcuseerde zich; er stond – jawel - een uitroepteken bij mijn naam. Wow, wat zo’n interpunctie al niet kan doen!

Elke derde zaterdag van de maand Zoom in Zebra met dj's Robert Feelgood, Timothy Watt, L-Chico, Graphix, Eduardo Ramirez en Murphy. Dit beloofde zeker een heet avondje te worden!

Het was er aardig druk. In het midden van de zaal creëerden we snel ons dansdomein. De opzwepende sound van latin-house en club deed me al gauw denken aan tropische sferen, de zwoele zomeravonden van afgelopen vakantie en de heerlijke zondagen in Bloomingdale en Offshore van jaren geleden.

Al dansend, verlangde ik weer naar zo’n classic zondag: warm, relaxed, goede muziek, rosé, zomerhakjes en –jurkjes, onbezonnen, vrij, de zon die in de zee zakt…. Dansend tot middernacht – het nadeel, maar ook voordeel (gezien de volgende werkdag) van strandfeesten - hopend op een toegift.

Ja, ik mistte de live percussie, de ruimte hadden ze wat beter mogen aankleden en de drankprijzen vond ik duurder dan gemiddeld. Maar de geweldige muziek en de gastvrijheid van het bedienend personeel maakte mijn avond meer dan goed.

Tot het eind zijn we gebleven. Buiten troffen we de koude werkelijkheid aan. Het was kil en guur. Maar ik ben erachter gekomen dat ik voor het zomerse gevoel geen drie maanden hoefde te wachten: volgende maand is er de One Year Anniversary van dit festijn. Daar wil ik dan ook zeker bij zijn.

Ik ben helemaal klaar voor de Zo(o)m(er)!

woensdag, maart 15, 2006

Happy hour?

Even leek het weer van voren af aan te beginnen. Toen hij de ruimte binnentrad, herkende hij me zelfs. Maar ik kon er niets aan doen, ik moest hem toch echt spreken. Verlangde ik naar hem?

Ruim een uur later waren we eindelijk met z’n tweeën in een privé-vertrek.
Alhoewel ik me toch wat ongemakkelijk voelde, voelde ik me ook mij wel veilig bij hem en ik trok al gauw mijn trui uit. En mijn shirt. Hij bekeek me nauwkeurig.

We praatten wat, wisselden wat gedachtes uit en deelden meningen. Voor ons beiden zou het onzeker zijn of het wat zou gaan worden.
De tijd vloog voorbij. Ik moest er toch echt vandoor. Snel gaf hij mij nog een persoonlijke brief. Ik bewaarde hem goed.

Samen liepen we de grotere ruimte weer in. Ze keken ons aan, alsof ze het zagen. Snel trok ik mijn bovenkleding recht en pakte vlug mijn jas, keek hem niet meer aan en zei zelfs geen gedag: ik wou weg! Ondertussen wist ik dat ik hem over een aantal dagen wel zou gaan bellen.

Eenmaal buiten maakte ik mijn fiets los, stapte er op en reed alweer naar de volgende tent. Na tien minuutjes getrapt te hebben, was ik op de plek van mijn bestemming aangekomen. Binnen bleek het een drukte van jewelste te zijn.

Voor me stond een vrouw. Ze was duidelijk geïrriteerd. Het duurde haar te lang en dat liet ze graag merken door te mekkeren over de slechte bediening. Ook mij duurde het te lang, maar ik maakte me er niet zo druk om. GVB gewend stelde dit niet veel voor. De tijd verstreek echter meer dan ik op hoopte.

Uiteindelijk had ik mijn bestelling doorgegeven en ik plofte neer op de stoelen aan de andere kant van de ruimte. Jammer genoeg van deze plek is dat ze het niet komen brengen. Nee, ze geven je een seintje en dan loop je er maar zelf naar toe.

Het seintje kwam. Ik stond op uit mijn stoel en liep naar waar ik geholpen zou worden. Ze tapte vijf stuks. Weliswaar geen grote pullen, desondanks verbaasde ik me om het aantal: Was het ‘happy hour’ ofzo? Het bevestigde enigszins mijn verwondering waarom het hier zo druk was.

Vroeger ging ik wel vaker naar dit soort tenten heen. Maar nu beviel het mij niet meer. Weer pakte ik snel mijn spullen en ging er vandoor. Nee, ik had hier geen trek meer in. Terwijl ik weer bij mijn fiets stond, wist ik dat er een kans zou zijn, dat ik er toch weer eens naar toe zou gaan. Ook al nam ik me voor er nooit meer naar toe te gaan, soms heb je jezelf niet meer in de hand.

Nee, voor mij waren het allerminst ‘vrolijke uurtjes’ bij de dokter en de mensen die bloed bij me prikten.

woensdag, maart 08, 2006

GROUNDHOG DAY

Iets stoort mij. Ik kijk op. Het geluid komt van een meter verder. Met één been uit bed en een gestrekte arm druk ik op de knop van mijn wekker. Ofschoon ik mij toch enigszins verbaas, dat ik mijn twee andere wekkers niet gehoord heb, trek ik me weer terug naar mijn bed en probeer rusteloos mijn “zeven minuten snooze tijd” uit te slapen.

Het is 6.30 en ik probeer mijzelf moed in te praten, dat ik er toch echt uit moet. Na een aantal mislukte pogingen trapte ik mijzelf maar uit bed en sprintte gauw naar de douche.
Als ik de hitte niet meer kan uithouden stap ik eronder vandaan en droog me af. Ik kijk op mijn telefoon, welke aangaf dat het al 7.10 was. Door de warmte was ik al helemaal loom geworden en ik had geen puf om mij te haasten.

Ik trek mijn kleding aan, geef mij zelf een schouderklopje dat mijn tas al ingepakt was (lees: van de week niet uitgepakt), smeer 4 sneetjes bevroren brood, pak een Knorr Vie en een flesje Spa Blauw, trek mijn warmste ‘dekbed’jas aan met slechts één shawl, pak mijn sleutels, check of ik mijn sigaretten, Smint, aansteker, Nurofen, portemonnee en telefoon in mijn tas heb, trek mijn handschoenen aan, check nogmaals of ik wel echt mijn sleutels heb en verlaat met mijn knapzak –iets later dan gepland- om 7.35 mijn woning.

De lift doet er weer eens tergend langzaam over zich te verplaatsen. Ik kijk door het raam naar beneden. Van hieruit kan ik goed alle aankomende trams en bussen zien. Het ziet er hoopvol uit. Er komt nog niets aanrijden. De lift stopt, ik doe snel de deur open, stap naar binnen en druk haastig op het knopje.

Eenmaal beneden neem ik altijd mijn ochtendsprint: rennen tot de hoek. Het betreft slecht 20 meter, maar ik waan me als een ware atleet over de tegels: ’s ochtends is de stoep van mij.

Bij de stoplichten blaas ik weer uit. Alsof ik er 10 km op heb zitten. Maar eigenlijk dat ik
een roker ben en niet sport. Ach, het gaat om het idee.

Onrustig sta ik op het kruispunt te wachten op het groene licht. Het becelmannetje verschijnt en voor een tweede maal zet ik een sprint in. Al na 4 meter loop ik hem rustig uit -ik ben immers al aan de overkant- en zie op de klok op het plein dat het 7.40 is.
Ik kijk naar de halte en hoop dat er mensen staan, een goed teken dat de bus nog niet is langs geweest. Vanuit de verte zie ik de bus arriveren, trek voor de derde maal een sprintje en haal hem op tijd.

Om 7.56 arriveer ik op Zuid WTC en wandel rustig naar het perron. Na 4 minuten gewacht te hebben, komt mijn trein van 8:03. Ik stap in en verheug me op mijn ochtenddate. De volgende halte stapt Saar binnen, zo begint mijn dag wel goed. Helaas stapt ze twee haltes later er al weer uit.

Een minuut over half negen kom ik aan op plaats van bestemming. Ik loop naar beneden en wacht vijf minuten op de bus. Het lijkt zinloos met de bus te gaan, maar ik heb toch echt geen zin om dat stuk helemaal te gaan lopen. Na één halte stap ik uit en begin aan mijn ochtendwandeling. Vijf voor negen kom ik eindelijk op kantoor aan.

..

Het is een paar minuten over half zes en ik pak mijn boeltje bij elkaar. Ik hoop dat iemand mij naar het station kan brengen, zodat ik de trein van 17.48 red. Had ik zelf maar een auto.
Gelukkig was er een collega van mij zo lief om mij op het station te droppen, zodat ik de geplande trein daadwerkelijk kon halen. Op WTC aangekomen wacht ik nog even op de verlate bus. Om 18.24 pikt hij mij eindelijk op en ruim tien minuten later stap ik al uit.

Ik was namelijk van plan om eerst even te gaan zonnen, ik gaf al bijna licht in het donker.
Na de zonnebank liep ik naar de supermarkt waar ik om 10 voor half 8 aankwam. In de Dirk heb ik moeite mij te beheersen en even later sta ik buiten met 2 volle boodschappentassen. En dat terwijl ik alleen gehakt wou halen.

Ik strompel met mijn rugzak en de twee tassen naar huis en ben rond tien over acht thuis. Kijk dan nog net een deel van GTST en maak aansluitend mijn eten klaar.
Om 21.25 kan ik eindelijk eten. Tegelijkertijd kijk ik naar America’s Next Top Model. Het duurt tot half 11, verdwijn achter de computer voor drie kwartier en besluit daarna maar naar bed te gaan om nog een veel herhaalde Friends te kijken.

Na een uur val ik in slaap.
Maar dat duurt niet lang.

Iets stoort mij. Ik kijk op. Het geluid komt van een meter verder. Met één been uit bed en een gestrekte arm druk ik op de knop van mijn wekker. Ofschoon ik mij toch enigszins verbaas, dat ik mijn twee andere wekkers niet gehoord heb, trek ik me weer terug naar mijn bed en probeer rusteloos mijn “zeven minuten snooze tijd” uit te slapen…..

zondag, maart 05, 2006

Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper

Het was niet eens zo lang geleden (in drie maanden tijd was dit de derde keer al), maar toch vond ik het wel weer tijd voor de kapper. En tsja, als je de mogelijkheden hebt, dan moet je die maar gewoon benutten, nietwaar?

Om 18.00 had ik een afspraak en ik nam plaats achterin op een bank. Daar lag een Avant Garde, pakte deze en begon rustig te bladeren. Ik had het niet moeten doen. Verlekkerd keek ik naar de geweldige kleding en de vermakelijke tassen, beseffend dat het nog wel een paar jaar zou kunnen duren alvorens ik er ook één tot mijn collectie kon rekenen.

Voorheen (dat klinkt wat minder erg dan ‘vroeger’) had ik nog wel een aantal tassen en portemonnees van Claudio Fericci kunnen aanschaffen, maar deze zijn qua prijs dan ook nog redelijk betaalbaar. Nu heb ik dat er niet voor over, ik besteed mijn geld liever aan lekker eten en drinken in de kroeg: de primaire levensbehoeften van een mens.

Rond 18.15 werd ik eindelijk geholpen. Ik mocht plaats nemen en ze kamde mijn haar en vroeg mij wat ik er mee wilde. Het logische antwoord was natuurlijk dat ik het geknipt wilde hebben. Ik vroeg aan haar of zij nog suggesties had en zij stelde me voor wat zij de vorige keer had gedaan. Daar stemde ik mee in.

Het wachten was nu op Vince. Hij kwam erbij, keek mij aan met een blik “was jij hier niet de vorige keer ook al” en ging aan mijn haar zitten. Tilde hier en daar wat lokken omhoog, vertelde de kapster dat het raar was dat mijn haar van de achterkant niet aansloot met de voorkant, keek mij nu aan met een blik “ben je vreemdgegaan bij een ander kapsalon”, waarop ik nee schudde en concludeerde dat mijn haar apart groeide.
Ik vond het prima. Het bevestigde mijn idee, dat het niet raar zou zijn dat ik over 6 weken hier weer zou gaan zitten.

Nadat mijn haren gewassen werden, nam ik weer plaats op de stoel. Niet voor lang, want ik moest achter de stoel staan, mijn handen voorover leunend op de rug van de zitplaats. Ik begreep de acrobatische constructie eerst niet in het begin, maar het bleek toch makkelijker te zijn dan ik dacht.

De lokken vielen op de grond. Vroeger vond ik dat wel een eng idee. Nu kan het me niet meer zoveel schelen. Het groeit wel weer aan. Zoveel kan er niet misgaan bij mijn kapsel. Toch vroeg ik me af of ik dat nu werkelijk dacht, of dat ik dat hoopte te denken.

Vince kwam er weer bij staan, bekeek het resultaat, zat hier en daar nog aan mijn haar te plukken en vertelde me dat ze binnenkort een fotosessie hadden voor de Libelle. Of ik zin had om ook gefotografeerd te worden. ”De Libelle…,” denk ik, krab onder mijn kin en zie de humor er wel van in. Met een vriendelijk glimlach knik ik instemmend. Tegelijkertijd heb ik een binnenpretje van het idee “Libelle”… weer eens wat anders dan de “Webber”…
Ik vond het prima. Het bevestigde mijn idee, dat het niet raar zou zijn dat ik over 3 weken hier weer zou gaan zitten.

Het is al 19.30 en we vinden het welletjes, we willen naar huis. Mijn haar kon niet meer steil geföhnd worden, maar dat vond ik niet zo’n probleem. Ik wou ook wel naar huis.
Ze vragen me of ik wellicht donderdag kan langskomen, ze hebben dan een föhnmodel nodig.

Ik vond het prima. Het bevestigde mijn idee, dat het niet raar zou zijn dat ik er volgende week weer zou gaan zitten…

zaterdag, februari 25, 2006

Geen bitterballen, wel chickenwings

Niks ‘stoelen in een rondje alsof je je in de wachtkamer bevond’ en ook geen bitterballen. Nee, Hitmeister D. pakte zijn dertigjarig jubileum bestaan toch wat beter aan:
Enter the Woo Hitmeisters Bangin Birthday Bash!

Wij arriveerden rond een uur of half 12 in de Jimmy Woo en, alhoewel het feestje pas een half uur aan de gang was, viel het ons op dat het er al behoorlijk vol was. Een pluspunt, want vaak begint het in een club pas rond een uur of twee gezellig te worden. Dat gastenlijstsysteem, waarbij je voor middernacht aanwezig moest zijn, wierp dan ook behoorlijk zijn vruchten af.

De line-up zag er veelbelovend uit: Benny Rodrigues, DJ Chuckie, Mr. Wix, Manga, D-Rashid, Jaziah, Jeremaine S vs Joey Daniel en live De Jeugd van Tegenwoordig, waarbij we ons met name veel verheugden op de eerste twee genoemde platendraaiers.

Na onze jassen gedeponeerd te hebben bij de gratis garderobe, vervolgden we onze weg naar binnen en liepen de trap af. De benedenzaal staat bekend vanwege zijn unieke laaghangig lichtplafond. Heel even vraag ik mij af of het een serie-, danwel parallelschakeling betreft, maar al gauw bemerk ik dat dat een onzinnige vraag is om mij op dit tijdstip mee bezig te houden (vooral ook omdat het antwoord voor de hand ligt), bestel drie biertjes en loop weer richting dansvloer.

Alledrie hadden we wat moeite om in te komen. Zo om mij heen kijkend waren we echter niet de enige. Als verkouden kippen stond een ieder zich wel te bewegen, maar wel sloom en minimaal. Het leek wel alsof iedereen er flink doorheen zat en dat terwijl het feest nog moest beginnen!



Hiphop en garage, wat erg overheerste, zijn voor ons dan ook geen opzwepende muziekstijlen waar wij onze energyboost uit putten. Combineer dat met lichtflitsen van camera’s en videocamera’s in een donkere omgeving en je krijgt een nieuwe variant van BSE: we werden er gek van…

De donkere ruimte werd verlicht als een broedmachine, de kuikentjes kwamen uit hun schulpje en begonnen zich steeds beter op de beats van de muziek mee te slepen. De nacht vorderde en de kuikentjes ontpopten zich tot ware scharrelkippen. Heel even hadden we een geweldig moment te pakken…

Dan ineens komt er een stormloop aan domme ganzen, rare eenden en andere vreemde vogels onze dansvloer op gehold. Zou de vogelgriep hier boven en buiten zijn toegeslagen? Het scharrelende pluimvee krijgt maar weinig ruimte tot zijn beschikking: de verlichtte kelder doet dienst als ruimte voor de ophokplicht.

Wij banen ons een weg door de menigte en besluiten boven maar even te loungen, een luxe woord voor zitten en bankhangen. Als we van beneden wat rumoer horen, vroegen we ons af watskebeurt daar en lopen de trap af, hopend op een live performance van De Jeugd. Eenmaal beneden beland, stellen we ons de vraag of we hier inderdaad op hoopten: het geschreeuw deed ons niet erg entertainen. Alleen op het laatste nummer, het welbekende Watskebeurt, vermaakten wij ons nog enigszins.

Onze magen knorden: we misten de hapjes. Het was toch een verjaardagspartijtje? Omdat we onze climax niet op de dansvloer hadden bereikt, vonden we het rond een uur of drie wel welletjes en sloten wij ons aan bij de gigantische rij van de garderobe.
Eenmaal buiten zagen we een grote massa. Achter dranghekken stonden vele kippetjes die wilden scharrelen in de Jimmy’s, niet wetend dat zij daar hun vrijheid zouden verliezen…

Daar de liefde van de vrouw altijd door de maag gaat, liepen we toch nog even langs de BK. Heel even twijfel ik of ik voor de Chicken Sandwich ga, maar gezien de avond leek me dat toch geen goed plan...