woensdag, maart 15, 2006

Happy hour?

Even leek het weer van voren af aan te beginnen. Toen hij de ruimte binnentrad, herkende hij me zelfs. Maar ik kon er niets aan doen, ik moest hem toch echt spreken. Verlangde ik naar hem?

Ruim een uur later waren we eindelijk met z’n tweeën in een privé-vertrek.
Alhoewel ik me toch wat ongemakkelijk voelde, voelde ik me ook mij wel veilig bij hem en ik trok al gauw mijn trui uit. En mijn shirt. Hij bekeek me nauwkeurig.

We praatten wat, wisselden wat gedachtes uit en deelden meningen. Voor ons beiden zou het onzeker zijn of het wat zou gaan worden.
De tijd vloog voorbij. Ik moest er toch echt vandoor. Snel gaf hij mij nog een persoonlijke brief. Ik bewaarde hem goed.

Samen liepen we de grotere ruimte weer in. Ze keken ons aan, alsof ze het zagen. Snel trok ik mijn bovenkleding recht en pakte vlug mijn jas, keek hem niet meer aan en zei zelfs geen gedag: ik wou weg! Ondertussen wist ik dat ik hem over een aantal dagen wel zou gaan bellen.

Eenmaal buiten maakte ik mijn fiets los, stapte er op en reed alweer naar de volgende tent. Na tien minuutjes getrapt te hebben, was ik op de plek van mijn bestemming aangekomen. Binnen bleek het een drukte van jewelste te zijn.

Voor me stond een vrouw. Ze was duidelijk geïrriteerd. Het duurde haar te lang en dat liet ze graag merken door te mekkeren over de slechte bediening. Ook mij duurde het te lang, maar ik maakte me er niet zo druk om. GVB gewend stelde dit niet veel voor. De tijd verstreek echter meer dan ik op hoopte.

Uiteindelijk had ik mijn bestelling doorgegeven en ik plofte neer op de stoelen aan de andere kant van de ruimte. Jammer genoeg van deze plek is dat ze het niet komen brengen. Nee, ze geven je een seintje en dan loop je er maar zelf naar toe.

Het seintje kwam. Ik stond op uit mijn stoel en liep naar waar ik geholpen zou worden. Ze tapte vijf stuks. Weliswaar geen grote pullen, desondanks verbaasde ik me om het aantal: Was het ‘happy hour’ ofzo? Het bevestigde enigszins mijn verwondering waarom het hier zo druk was.

Vroeger ging ik wel vaker naar dit soort tenten heen. Maar nu beviel het mij niet meer. Weer pakte ik snel mijn spullen en ging er vandoor. Nee, ik had hier geen trek meer in. Terwijl ik weer bij mijn fiets stond, wist ik dat er een kans zou zijn, dat ik er toch weer eens naar toe zou gaan. Ook al nam ik me voor er nooit meer naar toe te gaan, soms heb je jezelf niet meer in de hand.

Nee, voor mij waren het allerminst ‘vrolijke uurtjes’ bij de dokter en de mensen die bloed bij me prikten.

Geen opmerkingen: