zondag, maart 26, 2006

Tempus fugit versus Festina lente

mijn studieboeken hebben het zeer
en wachten tot ik ze bestudeer

want als je niet –zoals het hoort-
op tijd begint
is er een grote kans dat je onvoldoende scoort

maar dat studeren komt nog wel
in de praktijk leer je toch heel snel

morgen is er weer een dag
en anders overmorgen
een week die telt er zeven
dus stop eens met die zorgen
geniet eens van je leven

maar wat is dan zo je-van-het
bij het roken van een sigaret?

je bent namelijk wel een idioot
als je van te voren weet
dat het leidt tot de dood

toch weet ik dat ik ‘t niet laten kan
en ik geniet er dan ook telkens van

morgen is er weer een dag
en anders overmorgen
een week die telt er zeven
dus stop eens met die zorgen
geniet eens van je leven

in de keuken staat een vieze vaat
die er al een tijdje staat

maar wordt het niet te gek
als je met stokjes leert te eten
want je hebt geen schoon bestek?

toch laat ik liever de boel de boel
dat geeft mij een veel fijner gevoel

morgen is er weer een dag
en anders overmorgen
een week die telt er zeven
dus stop eens met die zorgen
geniet eens van je leven
driehonderdvijfenzestig heeft een jaar
met schrikkel ééntje meer
daar zitten heel veel morgens tussen
wellicht dat ik het dan weer eens probeer

vrijdag, maart 24, 2006

Inventarisatie van mijn leven

een mok waar ik sinaasappelsap uit dronk
een mok waar ik Hero Fruitontbijt sinaasappel-banaan uit dronk (de vezels zijn nog te zien)
een groot theeglas met een klein bodempje van suiker (shaken not stirred)
een verpakking van een halve kilo monapudding (de griesmeelvariant- how bad) met een vastgeplakte lepel erin
een oranje en paars bakje waar yoghurt hangop (lugubere naam) uitgegeten is, beiden vergezeld met wederom een vastgeplakte lepel
twee longdrinkglazen en een groot theeglas, allen voor de helft gevuld met kraanwater
een ontbijtbord –voorzien van boerenbontmotief- versierd met broodkruimels en kipkerriesalade resten
weer eenzelfde bord maar dan met grof zeezout en verse peper
een geel bord waar ik pasta op heb gegeten
een schoteltje met wat schmutzigkeit
een jaren ’50 look- mok met tekst “I’m having my period and can therefore legally kill you”
vier lege sigarettendoosjes (correctie: vijf)
Spits! van maandag 20 maart
een biologische mueslireep houdbaar tot en met 24 maart 2006 (ik hoef nu niet meer na te denken over wat ik vanavond zal gaan eten…)
een Nokia 6600
een wasknijper
een doosje Ibuprofen
een liniaal, schaar en plakband
een e-dentifier en een rabobox
twee lucifersdoosjes (Rain en 18twintig) en drie aanstekers
dermatologische geteste bodylotion voor de gevoelige huid
5 AAA Duracel batterijen, waar ik me van af vraag of ze nou vol zijn of niet
twee fietslampjes (ik hoop dat ze het doen)
1 leeg doosje Smint
een overvolle en een halfvolle asbak
een stempelset
twee lampen, waarvan er een niet is aangesloten op het net
een zoutmolen voor grof zeezout
een bluetooth USB adapter
een lenzenhoudertje
nog een doosje Ibuprofen
een zakje laurierblad
een strip Nurofen 400 mg
een mp3speler met sport oordopjes
een Elsevier van 14 januari 2006
bonnetje van de schoenmaker (dat is waar ook!)
een pannenlap van Het Concertgebouw
nog een leeg doosje Smint
een MDA Vario
negen met stressgevulde administratiebakken
een herinnering van een doktersnota
een lege plakbandautomaat
een lipgloss en eyeliner
een valentijnskaart
alweer een aansteker (en ik maar telkens nieuwe kopen, omdat ik dacht dat ik er geen had)
een nietmachine
een Nokia oplader
een klein roze portemonneetje waarschijnlijk leeg (*kijkt en ziet tot haar verbazing 35 euro!?!*)
snoeren en kabels
een stripboek “Barberaal tot op het bot”
een boek “Formules en functies in Excel”
een zakje witte chocolade eitjes
een pritt correct-it
een verjaardagskaart
een muntstuk van 5 eurocent
drie pennen
een kettinkje
een waardebon van 15 euro voor de V&D
een ongeopende envelop van de Rabo met een bankafschrift
een boek “Het leven van Pi” van Yann Martell
een kaki bruine tas van Claudio Fericci
een verdwaald Smintje
zelfaangemaakte ‘literatuur’ over interimcontrole en standaardwerkprogramma’s voor eindejaarscontrole, netjes gebundeld
een spelletje “Fjord”
een CD waarvan ik niet weet wat er op staat
een roze polsbandje
twee speakers van Sony
een optische muis
een laptop

en dat allemaal op 1,28 vierkante meter bureau

De kater komt pas later

Hoe had dit weer kunnen gebeuren?

Ze lag weer naast me en tikte op mijn kop. “Hé, laat dat!” Het maakte niet veel uit, ze bleef me irriteren. Waarom deed ze zo kattig tegen mij? Ik stapte uit bed, liep naar de koelkast, schonk een glas Hero Fruitontbijt in en dronk hem in één teug op. Toen ik me omdraaide stond ze voor mijn neus. Ze was me achtervolgd. Zuchtend strompelde ik richting bed en kroop weer onder de dekens. Helaas kwam ze er ook bij liggen.

Ik had mijn haren steil gemaakt: ik was er klaar voor! Vanavond ging ik eindelijk weer uit! Niet dat het een tijd geleden was – afgelopen zaterdag bevond ik mij nog in de Zebra -, maar meer omdat ik behoefte had in geen gepieker over de naderende datum voor het afstuderen, schreeuwende afwas, tijdrovende projecten van mijn studie en opstapelende verplichtingen. Wilde ik opnieuw vluchten naar de optimistische droomwereld?

Ik staarde naar het plafond en verveelde me. Als ik mij teveel bewoog zou ik haar doen ontwaken. Je moet vooral geen slapende honden wakker maken. Links van het bed lag haar telefoon. Ik strekte mijn arm en haalde hem naar me toe. Gewekt door nieuwsgierigheid wilde ik in haar mailbox kijken. Had ik dat wel moeten doen?

In de Gieter bleek het rustiger dan verwacht. Maar goed, dat hangt er natuurlijk ook vanaf wat je verwachtingen waren. Aan de voorkant was het vol in tegenstelling tot het achterste gedeelte. Op zich opmerkelijk, meestal was het andersom. Alhoewel ik moeite had met het eerste biertje, stroomde het volgende goudgele drankje gemakkelijk in mijn keel. Het leek bijna een sport; hoe meer je oefende, hoe sneller je werd.

Ik weet niet meer precies hoe laat het was, maar toen ik naar het toilet ging zag ik haar voor het eerst.

Met één druk op de knop kwam ik in haar INBOX terecht. Ik ontdekte een digitaal vastgelegd verstoppertje met twee afzonderlijke mannen (ze kenden elkaar niet):
2:43, M., “Ja…waar ben jij?”
2:58, M., “Wat wil je dan?”
3:00, G., “Wij staan bij de bar, waar zijn jullie?”
3:18, M., “Bij de bar.”
3:30, M., “Waar ben je?”3:37,G., “Waar ben je”

Toen ik het laatste smsje (4:29, M.) wilde lezen, voelde ik mijn hoofd bonken. Ik kreeg een klap in mijn gezicht. Ze was wakker geworden. Een moment lang keken we naar elkaar en zeiden niets. Ineens bulderden we het uit van het lachen. Hoe dom en schaamvol het ook was, de humor zagen we er ook van in. Gelukkig maar.

Toen ik voor een tweede maal naar de wc ging, verbaasde ik mij dat ik een jongen aantrof. Dit was toch het damestoilet? De jongen stak een leuk verhaal op over het metropoppetje op de deur, dat hij twijfelde en de stap gewaagd had. Ik vertelde hem dat zo’n pot daar toch niets van merkte. Hij bood zijn excuses aan en om het goed te maken een biertje aan de bar. Hij had niets hoeven goed te maken en al helemaal niet zijn excuses hoeven aan te bieden. Onder de indruk van zijn leuke verhaal ging ik toch in op zijn aanbod. Zo’n rakker lustte ik wel.

Wederom was ik onder de indruk van hem. Op de vraag wat voor een studie ik zou doen twijfelde hij tussen “iets economisch” en “iets creatiefs”. De twijfel, die ik zelf ook heb. Ik daarentegen scoorde slecht over zijn studiekeuze. Nuja, ik gokte wel dat hij een studie deed, waarvan je zou denken: is dat een studie? En dat hij zijn mensenkennis niet uit theorie kende, maar uit de praktijk. Maar verder dan dat kwam ik niet.

Met Ola zou ik naar de Lux gaan. Toch werd er opnieuw door G. een rondje gehaald. Ik sloeg hem af, omdat ik toch weg zou gaan. Niet veel later stond ik er nog steeds. Een nieuw glas geklemd in mijn hand.

Ze kwam er bij staan. We lachten en we hadden lol. Ik vond haar erg leuk.

We trokken de deken naar ons toe en gingen er weer onder liggen. Nu wilde ze, - nee, ze eiste! – in mijn telefoon kijken. Ik stemde toe en samen keken we in mijn verzonden items. Ik schrok toen ik las hoe vol ik van haar was. Heel even begon ik mij zelfs te schamen voor haar. En dat terwijl ik ook zo veel lol met haar kon hebben. Ik baalde dat mijn vriendinnen gisteravond er niet waren. Zij hadden me misschien een beetje tegen kunnen houden.

In de Lux was het er rustig. We waren met een klein groepje: G. en zijn kornuiten, Ola en ik. En zij was natuurlijk ook mee gegaan met mij. We dronken er één en vervolgden onze weg naar de Paradiso. Het was al na tweeën meen ik mij te herinneren. Dat herinner ik me dan weer wel.

Samen met haar liep ik naar de bar. Ik wilde bier bestellen. Kreeg ook weer een slammer. Damned! Onder invloed van haar dronk ik hem toch op. Damned! Waarom liet ze me dit doen?

Extatisch liepen we naar de dansvloer. Ze hield me zo stevig vast, dat ik af en toe een beetje wankelde. Ik vroeg me af waar M. was. Waar verschool hij zich als je hem nodig had? Ik stuurde hem een sms of hij in de Paradiso was. Even later kreeg ik een berichtje terug: “Ja…waar ben jij?” Ik stuurde mijn locatie coördinaten (wat niet veel meer was dan “ja ik ben ook in de parasiso”) en dat ik hem wou zien. “Wat wil je dan?” kreeg ik als antwoord.Hierna volgde een zoektocht, vonden we elkaar, vonden we weer anderen en verloren elkaar weer uit het oog.

Waarschijnlijk rond kwart over vier belandde ik buiten. Om 4:29 kreeg ik nog een laatste sms van M. welke mij de doorslag gaf om de taxi naar huis te pakken.

Goh zeg, wat is het lekker weer vandaag! De zon schijnt en het is helder. Het lijkt zelfs wel warm! Ik loop naar de badkamer en slik een Nurofen. Ik vertel haar dat ze met een uur toch echt weg moet zijn.

Niets is minder waar, ze bleef me de hele dag achtervolgen. Lichtelijke koppijn, trillende handen en een brak gevoel kreeg ik van haar. Pas na het eten verliet ze me: de alcohol in mijn lichaam.

donderdag, maart 23, 2006

De kater komt pas later voor Dummies, handleiding Smintbabetisme

Net als een mislukte grap: de clou uitleggen. Van meerdere mensen vernam ik, dat ze mijn tekst (de laatste alinea was nog niet toegevoegd!) niet begrepen. Althans niet in die opzet welke ik er mee bedoelde. En dat terwijl ik dacht dat ik een briljant stuk had geplaatst (laat mij dat nou denken)! Niets is minder waar, want wat is genialiteit, als niemand het begrijpt?

Na het lezen van de tekst kan het zo zijn dat je er niet verder over dacht. Dat kan.

Wat zou de reden zijn dat ik schrijf? Is het niet zo dat ik mensen wil laten denken? Verwacht en hoop ik op een actieve lezer? Wil ik ze buiten de kaders laten denken? Ze laten stil te staan bij het feit dat wat je leest niet gelijk dat hoeft te betekenen wat er staat?

Nee, ik kon het niet gaan uitleggen.

Of toch.

*Schrijft laatste alinea op en voegt deze toe.*

Ja, ik geef toe. Misschien te ver gezocht. Moet niet de lezer in het ongewisse laten. Maar toch, ik vond het zo klaar als een klontje. Toch zal ik je de signalen niet onthouden en voor deze ene keer ALLES uitleggen, wat ik ermee bedoelde…

Ze … tikte op mijn kop – mijn hoofdpijn
ze bleef me irriteren –hoofdpijn is kut
kattig - kater
Ze was me achtervolgd. Zuchtend strompelde ik richting bed en kroop weer onder de dekens. Helaas kwam ze er ook bij liggen. –kater ga weg!

Als ik mij teveel bewoog zou ik haar doen ontwaken. –niet veel bewegen als je koppijn hebt.
Je moet vooral geen slapende honden wakker maken. – je moet gevaar niet gaan opzoeken en dus vooral niet gaan headbangen als je koppijn hebt.
Gewekt door nieuwsgierigheid wilde ik in haar mailbox kijken. Had ik dat wel moeten doen? –tip: lees ’s ochtends niet je smsjes door na zo’n avond.
Ik weet niet meer precies hoe laat het was, maar toen ik naar het toilet ging zag ik haar voor het eerst. –ja duh, ik keek in de spiegel en zag dat ik teut was.
Toen ik het laatste smsje (4:29, M.) wilde lezen, voelde ik mijn hoofd bonken. –koppijn is au.
Ik kreeg een klap in mijn gezicht. Ze was wakker geworden. –ze sloeg me niet, maar ik schrok en er begon iets te dagen.
Een moment lang keken we naar elkaar en zeiden niets. -ik dacht na.
Ineens bulderden we het uit van het lachen. Hoe dom en schaamvol het ook was, de humor zagen we er ook van in. - ik moet lachen, ook al schaam ik me stiekem wel een beetje (boel).

Ze kwam er bij staan. We lachten en we hadden lol. Ik vond haar erg leuk.-alcohol maakt mijn geest tot niveau nul en zelfs nog minder. Heerlijk.
Ik schrok toen ik las hoe vol ik van haar was. –JEZUS MINA?! Had ik echt zoveel gedronken?! Heel even begon ik mij zelfs te schamen voor haar. - Had ik dat verstuurd?! NEEEEE, zeg dat het niet zo is!!!
Kreeg ook weer een slammer. Damned! Onder invloed van haar dronk ik hem toch op. Damned! Waarom liet ze me dit doen? –Tsja, ad fundum’s theory still based on bottoms up.
Extatisch liepen we naar de dansvloer. Ze hield me zo stevig vast, dat ik af en toe een beetje wankelde. –ik was behoorlijk aangeschoten (lees: dronken) en kon nauwelijks op mijn benen staan.

Ik vroeg me af waar M. was. Waar verschool hij zich als je hem nodig had? Ik stuurde hem een sms of hij in de Paradiso was. Even later kreeg ik een berichtje terug: “Ja…waar ben jij?” Ik stuurde mijn locatie coördinaten (wat niet veel meer was dan “ja ik ben ook in de parasiso”) en dat ik hem wou zien. “Wat wil je dan?” kreeg ik als antwoord. -de berichtjes die ik kreeg van M. waren precies de zelfde berichten die in ‘haar’ inbox stond. Toeval?
Ik loop naar de badkamer en slik een Nurofen. Ik vertel haar dat ze met een uur toch echt weg moet zijn. –hoofdpijn proberen weg te slikken met ibuprofen.

Tevergeefs.

woensdag, maart 22, 2006

Wachtend op station Weesp

Ik kijk naar hem
rustig loopt hij door

wanneer hij bijna bij het einde is
wacht hij eventjes
op zijn compagnon
maar loopt dan weer rustig door

bijna een minuut lang moet ik weer wachten
kijk ik naar hem
terwijl hij rustig doorloopt

totdat hij bijna bij het einde is
dan wacht hij weer
op zijn trage vriend
en begint weer opnieuw te lopen

ik snap het niet
waarom wachtte hij telkens zo lang op zijn metgezel?
zou dat een reden zijn dat hij achter liep?
liep hij überhaupt achter?
hoelang wachtte hij daar wel niet?
haalde hij de schade dan weer later in?
daar leek het anders niet op…
of klopte het wel allemaal?
ik snap het niet

Nog eenmaal besluit ik te kijken
een zwarte en slanke verschijning

ik wrijf in mijn ogen
kijk gebiologeerd

..dertien, veertien…
hij loopt verder
..

..achtendertig, negenendertig…
wat duurt het toch lang
..

..vijfenvijftig, zesenvijftig..
getikt nadert hij het einde
..

..negenenvijftig..
(even wachten)
..
(nog even wachten)
..
(partner loopt ook weer bij) (eindelijk)

hij loopt door
rustig en in gelijke tred

niets heeft hij overgeslagen
niets haalt hij in

tijd blijft een mysterie
ik snap het nog steeds niet…


Nawoord gevolgd door Aha!-Erlebnis:
"De stationsklokken zijn aangesloten op een systeem wat door middel van de atoomklok gelijk wordt gehouden. Logischerwijs is het mechanisch makkelijker om een secondewijzer even stil te zetten dan te versnellen. Om deze klokken dus elke minuut goed te kunnen zetten, moet je dus zorgen dat hij iets te snel rond is, zodat je hem alleen heel even hoeft stil te hangen en te laten wachten op de puls van 1s. voor het heel. Zodra hij die puls heeft, zet hij zichzelf weer in werking en is de wijzer precies op tijd op de hele minuut."

zondag, maart 19, 2006

Ticket to the tropics voor slechts 10 euro

De weersverwachtingen vielen me toch tegen. Ja, het regende, stormde, sneeuwde of hagelde weliswaar niet, maar het was wel koud en onder nul. Ik was toe aan de zomer. Over drie dagen zou het lente worden, maar daar was nog niets van te merken. Gehuld in een jas, welke iets weg had van een dekbed, was ik op weg naar de Zebra, hopend op een beter klimaat.

Damned, het was al 10 voor half 1! Eigenlijk waren we te laat voor de gastenlijst. Ik legde de situatie uit. Ze deed moeilijk. Met geen mogelijkheid konden we nog for free naar binnen. Tsja, ik moest toegeven dat ze gelijk had. -Ik haat mezelf als ik zo denk.-
De vrouw van de gastenlijst ging in overleg met een portier en even later met nog een man. We maakten het ze wel lastig. Uiteindelijk mochten we bij wijze van uitzondering toch naar binnen gaan. Dat ik namens Club Judge kwam, viel behoorlijk in ons voordeel. Opgelucht en blij betraden we de zonnetempel van de jungle die Zebra heet.

In de –overigens zeer krappe- hal trokken we onze jassen uit en gaven deze af aan de garderobe. Op dat moment kwam de vrouw van de gastenlijst achter de entreedeur vandaan. Ze riep mijn naam, liep naar me toe en verexcuseerde zich; er stond – jawel - een uitroepteken bij mijn naam. Wow, wat zo’n interpunctie al niet kan doen!

Elke derde zaterdag van de maand Zoom in Zebra met dj's Robert Feelgood, Timothy Watt, L-Chico, Graphix, Eduardo Ramirez en Murphy. Dit beloofde zeker een heet avondje te worden!

Het was er aardig druk. In het midden van de zaal creëerden we snel ons dansdomein. De opzwepende sound van latin-house en club deed me al gauw denken aan tropische sferen, de zwoele zomeravonden van afgelopen vakantie en de heerlijke zondagen in Bloomingdale en Offshore van jaren geleden.

Al dansend, verlangde ik weer naar zo’n classic zondag: warm, relaxed, goede muziek, rosé, zomerhakjes en –jurkjes, onbezonnen, vrij, de zon die in de zee zakt…. Dansend tot middernacht – het nadeel, maar ook voordeel (gezien de volgende werkdag) van strandfeesten - hopend op een toegift.

Ja, ik mistte de live percussie, de ruimte hadden ze wat beter mogen aankleden en de drankprijzen vond ik duurder dan gemiddeld. Maar de geweldige muziek en de gastvrijheid van het bedienend personeel maakte mijn avond meer dan goed.

Tot het eind zijn we gebleven. Buiten troffen we de koude werkelijkheid aan. Het was kil en guur. Maar ik ben erachter gekomen dat ik voor het zomerse gevoel geen drie maanden hoefde te wachten: volgende maand is er de One Year Anniversary van dit festijn. Daar wil ik dan ook zeker bij zijn.

Ik ben helemaal klaar voor de Zo(o)m(er)!

woensdag, maart 15, 2006

Happy hour?

Even leek het weer van voren af aan te beginnen. Toen hij de ruimte binnentrad, herkende hij me zelfs. Maar ik kon er niets aan doen, ik moest hem toch echt spreken. Verlangde ik naar hem?

Ruim een uur later waren we eindelijk met z’n tweeën in een privé-vertrek.
Alhoewel ik me toch wat ongemakkelijk voelde, voelde ik me ook mij wel veilig bij hem en ik trok al gauw mijn trui uit. En mijn shirt. Hij bekeek me nauwkeurig.

We praatten wat, wisselden wat gedachtes uit en deelden meningen. Voor ons beiden zou het onzeker zijn of het wat zou gaan worden.
De tijd vloog voorbij. Ik moest er toch echt vandoor. Snel gaf hij mij nog een persoonlijke brief. Ik bewaarde hem goed.

Samen liepen we de grotere ruimte weer in. Ze keken ons aan, alsof ze het zagen. Snel trok ik mijn bovenkleding recht en pakte vlug mijn jas, keek hem niet meer aan en zei zelfs geen gedag: ik wou weg! Ondertussen wist ik dat ik hem over een aantal dagen wel zou gaan bellen.

Eenmaal buiten maakte ik mijn fiets los, stapte er op en reed alweer naar de volgende tent. Na tien minuutjes getrapt te hebben, was ik op de plek van mijn bestemming aangekomen. Binnen bleek het een drukte van jewelste te zijn.

Voor me stond een vrouw. Ze was duidelijk geïrriteerd. Het duurde haar te lang en dat liet ze graag merken door te mekkeren over de slechte bediening. Ook mij duurde het te lang, maar ik maakte me er niet zo druk om. GVB gewend stelde dit niet veel voor. De tijd verstreek echter meer dan ik op hoopte.

Uiteindelijk had ik mijn bestelling doorgegeven en ik plofte neer op de stoelen aan de andere kant van de ruimte. Jammer genoeg van deze plek is dat ze het niet komen brengen. Nee, ze geven je een seintje en dan loop je er maar zelf naar toe.

Het seintje kwam. Ik stond op uit mijn stoel en liep naar waar ik geholpen zou worden. Ze tapte vijf stuks. Weliswaar geen grote pullen, desondanks verbaasde ik me om het aantal: Was het ‘happy hour’ ofzo? Het bevestigde enigszins mijn verwondering waarom het hier zo druk was.

Vroeger ging ik wel vaker naar dit soort tenten heen. Maar nu beviel het mij niet meer. Weer pakte ik snel mijn spullen en ging er vandoor. Nee, ik had hier geen trek meer in. Terwijl ik weer bij mijn fiets stond, wist ik dat er een kans zou zijn, dat ik er toch weer eens naar toe zou gaan. Ook al nam ik me voor er nooit meer naar toe te gaan, soms heb je jezelf niet meer in de hand.

Nee, voor mij waren het allerminst ‘vrolijke uurtjes’ bij de dokter en de mensen die bloed bij me prikten.

woensdag, maart 08, 2006

GROUNDHOG DAY

Iets stoort mij. Ik kijk op. Het geluid komt van een meter verder. Met één been uit bed en een gestrekte arm druk ik op de knop van mijn wekker. Ofschoon ik mij toch enigszins verbaas, dat ik mijn twee andere wekkers niet gehoord heb, trek ik me weer terug naar mijn bed en probeer rusteloos mijn “zeven minuten snooze tijd” uit te slapen.

Het is 6.30 en ik probeer mijzelf moed in te praten, dat ik er toch echt uit moet. Na een aantal mislukte pogingen trapte ik mijzelf maar uit bed en sprintte gauw naar de douche.
Als ik de hitte niet meer kan uithouden stap ik eronder vandaan en droog me af. Ik kijk op mijn telefoon, welke aangaf dat het al 7.10 was. Door de warmte was ik al helemaal loom geworden en ik had geen puf om mij te haasten.

Ik trek mijn kleding aan, geef mij zelf een schouderklopje dat mijn tas al ingepakt was (lees: van de week niet uitgepakt), smeer 4 sneetjes bevroren brood, pak een Knorr Vie en een flesje Spa Blauw, trek mijn warmste ‘dekbed’jas aan met slechts één shawl, pak mijn sleutels, check of ik mijn sigaretten, Smint, aansteker, Nurofen, portemonnee en telefoon in mijn tas heb, trek mijn handschoenen aan, check nogmaals of ik wel echt mijn sleutels heb en verlaat met mijn knapzak –iets later dan gepland- om 7.35 mijn woning.

De lift doet er weer eens tergend langzaam over zich te verplaatsen. Ik kijk door het raam naar beneden. Van hieruit kan ik goed alle aankomende trams en bussen zien. Het ziet er hoopvol uit. Er komt nog niets aanrijden. De lift stopt, ik doe snel de deur open, stap naar binnen en druk haastig op het knopje.

Eenmaal beneden neem ik altijd mijn ochtendsprint: rennen tot de hoek. Het betreft slecht 20 meter, maar ik waan me als een ware atleet over de tegels: ’s ochtends is de stoep van mij.

Bij de stoplichten blaas ik weer uit. Alsof ik er 10 km op heb zitten. Maar eigenlijk dat ik
een roker ben en niet sport. Ach, het gaat om het idee.

Onrustig sta ik op het kruispunt te wachten op het groene licht. Het becelmannetje verschijnt en voor een tweede maal zet ik een sprint in. Al na 4 meter loop ik hem rustig uit -ik ben immers al aan de overkant- en zie op de klok op het plein dat het 7.40 is.
Ik kijk naar de halte en hoop dat er mensen staan, een goed teken dat de bus nog niet is langs geweest. Vanuit de verte zie ik de bus arriveren, trek voor de derde maal een sprintje en haal hem op tijd.

Om 7.56 arriveer ik op Zuid WTC en wandel rustig naar het perron. Na 4 minuten gewacht te hebben, komt mijn trein van 8:03. Ik stap in en verheug me op mijn ochtenddate. De volgende halte stapt Saar binnen, zo begint mijn dag wel goed. Helaas stapt ze twee haltes later er al weer uit.

Een minuut over half negen kom ik aan op plaats van bestemming. Ik loop naar beneden en wacht vijf minuten op de bus. Het lijkt zinloos met de bus te gaan, maar ik heb toch echt geen zin om dat stuk helemaal te gaan lopen. Na één halte stap ik uit en begin aan mijn ochtendwandeling. Vijf voor negen kom ik eindelijk op kantoor aan.

..

Het is een paar minuten over half zes en ik pak mijn boeltje bij elkaar. Ik hoop dat iemand mij naar het station kan brengen, zodat ik de trein van 17.48 red. Had ik zelf maar een auto.
Gelukkig was er een collega van mij zo lief om mij op het station te droppen, zodat ik de geplande trein daadwerkelijk kon halen. Op WTC aangekomen wacht ik nog even op de verlate bus. Om 18.24 pikt hij mij eindelijk op en ruim tien minuten later stap ik al uit.

Ik was namelijk van plan om eerst even te gaan zonnen, ik gaf al bijna licht in het donker.
Na de zonnebank liep ik naar de supermarkt waar ik om 10 voor half 8 aankwam. In de Dirk heb ik moeite mij te beheersen en even later sta ik buiten met 2 volle boodschappentassen. En dat terwijl ik alleen gehakt wou halen.

Ik strompel met mijn rugzak en de twee tassen naar huis en ben rond tien over acht thuis. Kijk dan nog net een deel van GTST en maak aansluitend mijn eten klaar.
Om 21.25 kan ik eindelijk eten. Tegelijkertijd kijk ik naar America’s Next Top Model. Het duurt tot half 11, verdwijn achter de computer voor drie kwartier en besluit daarna maar naar bed te gaan om nog een veel herhaalde Friends te kijken.

Na een uur val ik in slaap.
Maar dat duurt niet lang.

Iets stoort mij. Ik kijk op. Het geluid komt van een meter verder. Met één been uit bed en een gestrekte arm druk ik op de knop van mijn wekker. Ofschoon ik mij toch enigszins verbaas, dat ik mijn twee andere wekkers niet gehoord heb, trek ik me weer terug naar mijn bed en probeer rusteloos mijn “zeven minuten snooze tijd” uit te slapen…..

zondag, maart 05, 2006

Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper

Het was niet eens zo lang geleden (in drie maanden tijd was dit de derde keer al), maar toch vond ik het wel weer tijd voor de kapper. En tsja, als je de mogelijkheden hebt, dan moet je die maar gewoon benutten, nietwaar?

Om 18.00 had ik een afspraak en ik nam plaats achterin op een bank. Daar lag een Avant Garde, pakte deze en begon rustig te bladeren. Ik had het niet moeten doen. Verlekkerd keek ik naar de geweldige kleding en de vermakelijke tassen, beseffend dat het nog wel een paar jaar zou kunnen duren alvorens ik er ook één tot mijn collectie kon rekenen.

Voorheen (dat klinkt wat minder erg dan ‘vroeger’) had ik nog wel een aantal tassen en portemonnees van Claudio Fericci kunnen aanschaffen, maar deze zijn qua prijs dan ook nog redelijk betaalbaar. Nu heb ik dat er niet voor over, ik besteed mijn geld liever aan lekker eten en drinken in de kroeg: de primaire levensbehoeften van een mens.

Rond 18.15 werd ik eindelijk geholpen. Ik mocht plaats nemen en ze kamde mijn haar en vroeg mij wat ik er mee wilde. Het logische antwoord was natuurlijk dat ik het geknipt wilde hebben. Ik vroeg aan haar of zij nog suggesties had en zij stelde me voor wat zij de vorige keer had gedaan. Daar stemde ik mee in.

Het wachten was nu op Vince. Hij kwam erbij, keek mij aan met een blik “was jij hier niet de vorige keer ook al” en ging aan mijn haar zitten. Tilde hier en daar wat lokken omhoog, vertelde de kapster dat het raar was dat mijn haar van de achterkant niet aansloot met de voorkant, keek mij nu aan met een blik “ben je vreemdgegaan bij een ander kapsalon”, waarop ik nee schudde en concludeerde dat mijn haar apart groeide.
Ik vond het prima. Het bevestigde mijn idee, dat het niet raar zou zijn dat ik over 6 weken hier weer zou gaan zitten.

Nadat mijn haren gewassen werden, nam ik weer plaats op de stoel. Niet voor lang, want ik moest achter de stoel staan, mijn handen voorover leunend op de rug van de zitplaats. Ik begreep de acrobatische constructie eerst niet in het begin, maar het bleek toch makkelijker te zijn dan ik dacht.

De lokken vielen op de grond. Vroeger vond ik dat wel een eng idee. Nu kan het me niet meer zoveel schelen. Het groeit wel weer aan. Zoveel kan er niet misgaan bij mijn kapsel. Toch vroeg ik me af of ik dat nu werkelijk dacht, of dat ik dat hoopte te denken.

Vince kwam er weer bij staan, bekeek het resultaat, zat hier en daar nog aan mijn haar te plukken en vertelde me dat ze binnenkort een fotosessie hadden voor de Libelle. Of ik zin had om ook gefotografeerd te worden. ”De Libelle…,” denk ik, krab onder mijn kin en zie de humor er wel van in. Met een vriendelijk glimlach knik ik instemmend. Tegelijkertijd heb ik een binnenpretje van het idee “Libelle”… weer eens wat anders dan de “Webber”…
Ik vond het prima. Het bevestigde mijn idee, dat het niet raar zou zijn dat ik over 3 weken hier weer zou gaan zitten.

Het is al 19.30 en we vinden het welletjes, we willen naar huis. Mijn haar kon niet meer steil geföhnd worden, maar dat vond ik niet zo’n probleem. Ik wou ook wel naar huis.
Ze vragen me of ik wellicht donderdag kan langskomen, ze hebben dan een föhnmodel nodig.

Ik vond het prima. Het bevestigde mijn idee, dat het niet raar zou zijn dat ik er volgende week weer zou gaan zitten…