maandag, juli 03, 2006

reflectie

het was schemerig, de zon
was halverwege en zakte dieper
steeds verder naar benee
de temperatuur daalde,
koelte maakte zijn entree

en onbezonnenheid
had haar in dit maanlicht geleid

in het woud
jungle van verstrengelde gedachtes
als takken en lianen met elkaar
verbonden
de bomen om haar heen
als één

en de macht van wanorde
had haar naar een onzichtbaar bos gebracht

de liefde deed
haar maag rommelen
zoveel honger
als een paard nam ze
zo gretig teveel hooi

en ze zag
het ongrijpbare beheersen niet voor het oprapen lag

heel even zag ze koen zakkend in zijn schoenen

verlangend naar de morgen
opkomend in het oosten
de warmte die haar blij maakte
niet de kouheid die haar uit haar slaap hield

vastberaden zei ze ‘Cee’
schijn
heilig overtuigd

1 opmerking:

Anoniem zei

En de dag van morgen kwam vroeger
eerder dan verwacht

Vastberaden woorden
een hand, een kus
een geopende deur

Morgen is het maandag
en donderdag vrijwel