woensdag, juli 11, 2012

Verveling


Het voelt zo vol in deze leegte
Kriebelig zowaar
Maar tegelijk ook erg glad
Dat glibberige spul,
waar komt dat nou vandaan?

Ik verdrink haast in het slijm
Toch weet ik mij net te redden
En klim zo hoog mogelijk

Eerlijk gezegd wist ik niet dat ik zover kon reiken
Ik ben bijna ergens anders
En ik vraag me sterk af
Ben ik hier ooit geweest eigenlijk?

Zo,
En dan nu eens
mijn andere neusgat onderzoeken.

zondag, juni 17, 2012

Verandering van perspectief

Eerst vroeg ik me af
of je mij wel zag staan.

Inmiddels vraag ik me af
of je mij wel ziet zitten.

maandag, oktober 31, 2011

De varen

Met weemoed denkt hij soms weer terug
Naar die dag dat zij hem zag
Hem uitkoos en hem meenam

Ze schonk hem toen de mooiste plek
Gaf hem wat hij nodig had
Zei zelfs lieve woordjes tegen hem

Nu hij is dorstig uitgedroogd
Slapte hangend naar de grond
En woont een spin in zijn bestaan

Met weemoed denkt hij dan weer terug
Naar die dag dat zij hem zag
Hem uitkoos en hem meenam

zondag, september 04, 2011

Rekenwonder

Het begint weer
Met die ene
Want die ene
Kan geen kwaad
En ach twee
Dat kan toch ook wel
Stelt toch helemaal
niets voor
Dan ineens
is het je vierde
of dan toch
al nummer zes
Bij de tiende
Wil je stoppen
Maar dat is dan
Veels te laat
Bent de tel
Alweer verloren
En begint maar
Weer van voor

dinsdag, juni 21, 2011

Zinloos

Alhoewel het begint met een hoofdletter
en zal eindigen met interpunctie
heb ik mijn zin nog niet gevonden.

zondag, februari 06, 2011

Uitwaaien

Klapperende ramen
Loeiende lucht
Met zo nu en dan een ferme windstoot

Ik zag er behoorlijk tegen op
Om naar buiten te gaan
De straat op
De wind in

Dat er dan net zo’n stroompje koude wind
Precies via je nek je rug op blaast
Ijs en ijskoud
Brrrr

Dat de orkaankrachten je van je fiets omver
Proberen te blazen en te duwen
Onverwacht en erg hard
Aaah

Ik zag er behoorlijk tegen op
Om naar buiten te gaan
De straat op
De wind in

Maar ja,
Ook ik moet eten

Gewapend met heel veel dikke kleding,
En een ietwat stalen ros
Sprak ik mijzelf moed in en
Trotseerde ik het gevaar

Eenmaal buiten
Viel het eig’lijk best mee

Zoveel langzamer fietste ik nu ook weer niet
-niet minder dan normaal

En bovendien
-Hoe kan ik dat nou vergeten?
-Iets wat ik totaal over het hoofd heb gezien!

Ik zag er behoorlijk tegen op
Om naar buiten te gaan
De straat op
De wind in

Maar op de terugweg
Had ik meewind
Mmmmmm

zaterdag, februari 05, 2011

Vroeg of laat

Toen ik vanmorgen mijn ogen opendeed
En na een uur mijn bed verliet
Ontbijtje had gegeten
Kopje thee erbij gedronken
Boekje had gelezen
Afwas uitgeruimd
Gesopt onder de douche
Kleertjes aangetrokken
Wasmachine laten draaien
Smakelijke lunch achter de kiezen
Mailtjes had beantwoord
Facebook gecheckt
Boodschappen gedaan
Meerdere verjaardagen gevierd
Borreltje gedronken
Pakje peuken weggerookt
Doosje Smint verorberd
Nog meer borrels gedronken
Trammetje gepakt
Tandjes gepoetst
Ben ik weer terug mijn bed ingedoken
En werd ik wakker

vrijdag, februari 04, 2011

√2

Zo op ’t eerste gezicht
Ledig, blanco en nietszeggend

Maar als je dan goed ziet
Vraagt het om een aanraking
Beroering en contact

Een komma, punt of ampersand
Notitie of een woordenbrij

Als hij maar beschreven wordt
Zijn bestaansrecht te vervullen

woensdag, februari 02, 2011

In de lucht

Hoog in de lucht, daar vliegt een mus
Op zoek naar takjes, voor zijn nest
Hoog in de lucht, daar vliegt een mus
Zoekt naar houvast voor zijn nest

Zeg me,
Vind me,
Roep me,
Heb me

Pak me,
Grijp me,
Neem me,
Hou me

En hij vliegt maar door, door, door en door
Door, door, door en door
Regen, storm, vliegt maar door,
Door, door, door en gaat maar door

Hoog in de lucht, daar vliegt een mus
Op zoek naar takjes, voor zijn nest
Hoog in de lucht, daar vliegt een mus
Zoekt naar houvast voor zijn nest

Scheld me,
Sla me,
Duw me,
Haat me

Voel me,
Proef me,
Kus me,
Laat me

En hij vliegt maar door, door, door en door
Door, door, door en door
Regen, storm, vliegt maar door,
Door, door, door en gaat maar door

Hoog in de lucht, daar vliegt een mus
En hij vliegt maar en hij vliegt
En hij gaat maar door en door

vrijdag, januari 28, 2011

Voelderie valdera

Bang om te vallen
Op het hard van de grond
Liever hopen en dromen
Dan die waarheid moeten voelen

Moed om te vallen
Uit de grond van je hart
De waarheid is liever voelen
Dan bang die dromen te hopen

zaterdag, december 04, 2010

Arbiebie

Midden in de grote jungle
Tussen al het groen, en al het geel
Leeft verscholen in de takken,
Sprietjes, blaadjes en het veel
Daar, temidden, in de jungle

Tilt zijn hoofd zo nu eens op
Strekt zijn armen dan weer uit
Krabt daarna toch aan zijn oor
Haalt zijn bel op van zijn snuit

Daar, temidden, in de jungle
Tussen al het rood, en al het geel
Leeft verscholen in de takken,
Bamboes, struiken en het veel

Leeft van vliegen en bananen
Zonnedauw en regenwater
Gebakken lucht met kers erop
Knoflook met wat kalefater

Neus zo fijn als die van zalm
Ogen licht als lampenkap
Oren groot als kamerscherm
Daar woont en leeft de roodbilbab

Doet niet veel zo’n hele dag
Verveelt zich continu te pletter
Schommelt hier en daar naar toe
Verkiest het leven als trompetter

Daar,
Midden in de grote jungle,
Tussen al het blauw, en al het geel
Leeft verscholen in de takken,
Lianen, onzin en het veel
Hier,
temidden,
in de jungle

Who the f*ck is Anneke? (Eva doet verzoekjes)

Het is nu weer de tijd
Sinterklaas is in het land
Cadeautjes bij de vlijt
Al rijmend hand in hand

Maar Anneke,
Wie ben je?
Ik ken je eig’lijk niet
Anneke oh Anneke
Je moest eens weten wie je bent
En het enige wat ik je nu zend
Zijn de groeten van sint en piet
-Ook al ken ik je niet-

Anneke werkt graag hard
Ze werkt netjes en zo keurig
Wat is dan zo apart?
Ze is niet zo humeurig

Maar Anneke,
Wie ben je?
Ik ken je eig’lijk niet
Anneke oh Anneke
Je moest eens weten wie je bent!
En het enige wat ik je nu zend
Zijn de groeten van sint en piet
-Ook al ken ik je niet

Ze houdt wel graag van zwemmen
Houdt van een nat pak
Heeft ook van die memmen
Doch geen figuur dikzak

Maar Anneke,
Wie ben je?
Ik ken je eig’lijk niet
Anneke oh Anneke
Je moest eens weten wie je bent!
En het enige wat ik je nu zend
Zijn de groeten van sint en piet
-Ook al ken ik je niet

Anneke Anneke Anneke Anneke
Anneke boerenknol
Anneke Anneke Anneke Anneke
Wat rijmt er nu op Anneke? Anneke!
Anneke boerentrol

Maar dat zijn geen lieve woorden
Niet iets waar je voor wacht
Wat is het wat je wil horen?
Iets moois en tederzacht?

Oh Anneke,
Wie ben je?
Ik ken je eig’lijk niet
Anneke oh Anneke
Je moest eens weten wie je bent!
En het enige wat ik je nu zend
Zijn de groeten van sint en piet
-Ook al ken ik je niet-

donderdag, december 02, 2010

Let it snow, let it snow, let it snow...

Krakend knisperend hard
Glijdend in het zachte wit

Kou verstijft mijn hele lichaam
Maar het ritme in mijn hoofd
Leeft mijn dagelijks bestaan

Herinneringen levendig
Verwarmt dat ik zeker was
De hoop ooit nog te kunnen zijn

Krakend knisperend hard
Glijdend in het zachte wit

woensdag, december 01, 2010

Take a chance on me

Kees wilde graag naar casino
Maar hij had toch echt geen geld
Verkocht toen maar cappucino
maakt hem tot pantoffelheld

Bang om te verliezen
Het kleinste wat er is
Bang om dan te kiezen
Het kleinst wat er kan zijn

Kees die houdt niet zo van gokken
Doet dat liever dan ook niet
Wil niet al te veel voor dokken
Maar droomt door zonder limiet

Bang om te verliezen
Het kleinste wat er is
Bang om dan te kiezen
Het grootst wat er kan zijn

Kees die vond een munt van goud en
speelde het spectaculair
kreeg een roes erg zo benauwd
maar werd al gauw een miljonair

Bang om te verliezen
Het grootste wat er is
Bang om dan te kiezen
Het kleinst wat er kan zijn

Kees, kees, wat doe je ermee
Is dit dan hetgene wat je graag wil?
Kees, kees, je verkwist alles maar
Vroeg of laat zal je zien,
ben je daar toch mee klaar

Kees die zette alles in maar
Maakte toen een grote fout
Nu heeft hij niets wat is dierbaar
Waar hij om geeft en van houdt

Bang om te verliezen
Het grootste wat er is
Bang om dan te kiezen
Het grootst wat er kan zijn

Maar zonder klein te wezen
Wordt groot zo luchtig leeg
Zonder groot te voelen
Wordt klein zo aardig veeg

dinsdag, november 23, 2010

Festina lente

Mia leerde al gauw lopen
Voet voor voet en nog een keer
Mia leerde heel snel lopen
Voet na voet en nog veel meer

Mia leer eens stil te staan
Adem in en adem uit
misschien is het dan toch geen wedstrijd
is het saaier dan gedacht
maar lopen kan toch al heel mooi zijn
stap voor stap is best wel groots

Werd een sprinter van jewelste
Holt van hot en dan naar her
Haalt goud op Olympisch hoogte
Straalt en zweeft hoog als een ster

Mia leer eens stil te staan
Adem in en adem uit
misschien is het dan toch geen wedstrijd
is het saaier dan gedacht
maar lopen kan toch al heel mooi zijn
stap voor stap is best wel groots

Mia holt en holt maar door
Rent zichzelf vaak voorbij
Mia is nu buiten adem
Heeft veel steken in haar zij

Misschien gaat het voor haar te langzaam
Maar te snel dan gaat ze uit
Loop toch in een rustig tempo
Hoofd omhoog en borst vooruit

Mia leer eens stil te staan
Adem in en adem uit
misschien is het dan toch een wedstrijd
is het mooier dan gedacht
stap voor stap lijkt dan wel klein
langzaam lopen toch een kunst

zondag, november 21, 2010

Willen zien

Dan kijkt hij in de spiegel
En ziet wat hij wil zien
Word ik een beetje kriegel
En boos nog bovendien

Doe je ogen nou eens open
En zie eens om je heen
Al kan ik enkel hopen
Dat je ziet je bent alleen

Dan hoort hij van zijn werk
En luistert wat hij denkt
Maar wat ik dan zo merk
Wordt zijn ego vaak gekrenkt

Doe je ogen nou eens open
En zie eens om je heen
Al kan ik enkel hopen
Dat je ziet je bent alleen

Maar ik kan je niet dwingen
Te zien wat ik zie
Kan je niet dwingen
Te voelen

Dat is echt aan jou
Om te zien wat ik zie
En ik hoop dat je ziet
Wat ik zie

Doe je ogen nou eens open
En zie eens om je heen
Al kan ik enkel hopen
Dat je ziet je bent alleen

Maar misschien kan het zijn
Dat je ziet en niet kijkt
Leef ik maar in schijn
Dat je voor mij niet bezwijkt

Doe mijn ogen nou eens open
En zie eens om mij heen
Al kan je enkel hopen
Dat ik zie ik ben alleen

woensdag, november 17, 2010

De globetrotter

Mijn paspoort in mijn leven
Kan mij brengen waar ik wil
Voor elk plekje van de wereld
Voor het luide en het stil

Ben gelukkig als ik hier ben
Maar wat zit er nu eens daar?
Ik wil zien wat daar nu ook is
Ben ik dan een tovenaar?

Een paspoort voor twee werelden
Een voor hier
En een voor daar
Een paspoort voor twee werelden
Maakt mijn leven zo dankbaar

dinsdag, november 16, 2010

Ideaalcomplex

Wat als niets meer is
Dan simpel wat het lijkt
Schrijft nieuws zo complex
Tot het geschiedenis bereikt

Zo eenvoudig als het is
Zo moeilijk kan het zijn
Maar wat als niets meer is
Dan simpel wat het lijkt

Als slechts relatief
absoluut begrip is
Als absoluut gezien
Slechts een relatief begrip
Wat is dan wat het is?

Zo eenvoudig als het is
Zo moeilijk kan het zijn
Maar wat als niets meer is
Dan simpel wat het lijkt

Zou alles wat minder lijkt
Dan moeilijker zijn dan ‘t is?

woensdag, november 10, 2010

Liefde maakt blind

Nietsvermoedend loopt-ie daar
Doet zijn was in de masjien
Vult zijn mandje bij de Appie
Dweilt zijn vloeren tot het blinkt
Leeft zijn leven voorspelbaar

Maar wanneer ziet hij nu in
Dat zijn leven meer dan dat is
Dat er liefde op hem wacht
Barstensvol en tederzacht

Slaat zijn ontbijtje altijd over
Trekt wat kleren uit de kast
Stapt te laat weer in zijn auto
In de file staat weer vast

Nietsvermoedend zit-ie daar
Zet zijn radio hard aan
Doet zijn raampje even open
Ademt frisse lucht erin
Leeft zijn leven voorspelbaar

Maar wanneer ziet hij nu in
Dat zijn leven meer dan dat is
Dat er liefde op hem wacht
Barstensvol en tederzacht

Vol vermoeden sta ik hier
Kijk uit raam om hem te zien
Wacht totdat hij mij nu aanspreekt
Houd de telefoon maar vrij
Leef mijn leven vol vertier

Maar ik weet niet wie hij is
Hoe hij heet of waar hij woont
Ik weet zoveel als bijna niks
Want wie is nou mijn mister X?

Nietsvermoedend ligt-ie daar
Vol vermoeden lig ik hier

Maar wanneer zien wij nu in
Dat ons leven meer dan dat is
Dat er liefde op ons wacht
Barstensvol en tederzacht

woensdag, november 03, 2010

Oogverblindende reflectie

“Laat ik haar maar feliciteren,” dacht hij bij zichzelf. Hij zag dat het vandaag haar verjaardag was en eigenlijk was hij ook wel benieuwd hoe het met haar ging.

Hij heeft haar altijd wel interessant gevonden. Niet dat hij verliefd op haar was, maar op een of andere manier vond hij haar wel fascinerend. Als een grote puzzel, waarvan je je ging afvragen of zij nu echt complex was of dat zij zo simpel was, dat het haast complex leek. Hij was er nog niet helemaal uit.

Een paar weken geleden vroeg hij zich al af hoe het met haar zou gaan. Hij las een oude column van haar en die deed hem toch wel stiekem weer zijn ego strelen. Een column he-le-maal over hem. Stiekem dan. Hij vond dat ze wel talent had met schrijven. Op een of andere manier toch altijd vermakelijk. Niet al haar blogs en columns, maar de meeste toch wel. En voor het geval ze een beroemd schrijver zou worden –wat hem niks zou verbazen- vond hij het idee fantastisch dat hij in elk geval in één van haar schrijfspinsels was opgenomen.

“Laat ik haar maar feliciteren,” dacht hij bij zichzelf. Hij zag dat het vandaag haar verjaardag was en eigenlijk was hij ook wel benieuwd hoe het met haar ging. En stiekem hoopte hij ook op een vervolg van die ene column.

Hij besloot haar maar een berichtje te sturen. Zo’n prikbordbericht dat iedereen maar kan lezen, dat vond hij nu niet zo geschikt.

Ze was blij vandaag, haast euforisch. Vandaag was ze jarig! En velen om haar heen deden het haar die dag beseffen. Berichtjes per telefoon, per krabbel of prikbordbericht, een versierde werkplek, een gemeende handdruk met bijbehorende zoenen. Ze was jarig vandaag en dat was ze.

Gefeliciteerd, hoop dat alles goed gaat met je, x las ze in haar Inbox. Blij verrast stuurde ze een reactie terug en vroeg gelijk hoe het met hem ging. Ze stelde hem veel vragen, over zijn werk, zijn woning en over hemzelf en al snel kreeg ze een reactie terug van hem.

Tuurlijk hou je dat vol! :) las trouwens laatst je stukje van een jaartje terug.. Moest direct weer echt lachen :) moet eigenlijk wel een gevolg op komen!!!! x

Hij keek in de spiegel, want een ijdeltuit, ja, dat was hij wel. Dat gaf hij ook wel toe. Mooie lange wimpers, een grote glimlach en van die fijne pretoogjes. Ja, hij was zeker wel tevreden met zijn look.

Hij wreef met zijn rechterwijsvinger over het puntje van zijn neus. Meestal deed hij dat als hij ergens over na wilde denken, maar tegelijkertijd deed het hem een gevoel beseffen dat hij erg tevreden was met zijn keuze een nosejob in het verleden gedaan te hebben.

Hij keek nog eens in de spiegel en lachtte. Zijn mooie witte tanden vielen hem op en deden hem nog meer beseffen dat hij er zeker goed uitzag. Hij wist dat wel, maar toch voelde het niet helemaal zo. Al jaren had hij het gevoel dat hij wat mistte. Het was iets. Iets ongrijpbaars. Iets wat voor zijn gevoel niet met woorden omschreven kon worden. Iets wat ergens diep lag en onvindbaar was, maar tegelijkertijd continu aan de oppervlakte aanwezig was.

Het was iets.
Maar wat het was, dat wist hij niet.

Hij keek weer in de spiegel.

Hij keek, hij tuurde, hij observeerde en bestudeerde.

Hij keek. Maar zien deed hij het niet.

donderdag, juli 01, 2010

Just like a moviestar

“Can I have a little conversation with you?”, vroeg het meisje aan mij. Ze had van die grote bruine kijkers en ze leek oprecht geïnteresseerd een gesprek met mij aan te willen knopen. En zij was niet de enige.

Anke had me al verteld over hun VIP-treatments, alsof ze celebrities waren. Blond haar en blauwe ogen is hier gewoon erg exotisch en Dennis oogt als een reus. Mensen kijken ze na, willen graag met ze praten en het liefst ook nog met hen op de foto. Tuurlijk geloof ik die verhalen die Ank en Dennis vertellen, maar voor lief nemen is toch wat anders dan beleven. Het begon al na vijf minuten dat ik voet zette in de buitenlucht na een lange vliegtrip. Samen met Anke zat ik op een bankje en al gauw kwam er een man op haar af om te vragen of hij met haar op de foto mocht.

Uit de supermarkt kopen we nog een even een toiletrol. Het is bij zevenen en ik taai toch echt even af voor zo’n eerste dag: ben gaar, moe en brak. Als we de winkel uitstappen staan er zo’n vijftien scholieren ons “op te wachten”.

“Can I have a little conversation with you?”, vroeg het meisje aan mij.
Ze had van die grote bruine kijkers en ze leek oprecht geïnteresseerd een gesprek met mij aan te willen knopen. En zij was niet de enige. Anke stond nog in de winkel en ik bedenk me dat vijf minuutjes praten geen kwaad kan. Tsja, wie wil er zich nou niet 5 minuten zichzelf beroemd wanen?

“Yes, that’s fine”. En binnen een nanoseconde staan er al snel een stuk of tien kinderen rondom mij.
“What is your name?”
“My name is Eva”
Na een gezamenlijke ge-oooh met bijbehorende bewonderende blikken –ik ben zeker blij met mijn naam, maar zo’n bewondering en door zoveel mensen tegelijk heb ik nog nooit gezien en nooit gekregen voor het uitspreken van mijn naam. En dat in mijn röteknöterig Engels.
“Hello Eva” klonk het vervolgens in koor, en vervolgens ging een van de meisjes verder:
“Where are you from?”
“I am from Holland”.
Wederom klonk er bewondering.
Het oppervlakkige maar open gesprek ging zo verder. Ze luisteren alsof ik wijsheden verkondig of dat ik een mooie aria zing: stil, aandachtig en vol bewondering. En dan willen ze met mij op de foto. Dat had ik niet echt aan zien komen, want tsja, ik heb geen blauwe ogen, geen blond haar en ben ook geen reus. Sterker nog, mijn kop zag eruit alsof ik onder een vrachtwagen had gelegen, mijn huid had een vale teint van het roken, de stress en te weinig zon, en stak daarbij ook nog eens mooi af van de donkere wallen onder mijn ogen. Verder had ik opgezwollen enkels van de vliegreis en stond ik ook nog met een rol toiletpapier in mijn hand. Nee, ik was niet op mijn fotogeniekst.
Maar goed, je moet wat over hebben voor je fans.

Ook Dennis en Anke werden geïnterviewd en gefotografeerd. Het was een hele sessie. Camera’s flitsen (voornamelijk van die mobiele telefoon camera’s), ge-ooooh’s en ge-aaahh’s klonk, gegiebel van jonge meisjes, stoer gepraat van de jongens. Als je niet beter zou weten dacht je echt dat prinses Diane was herrezen, of dat Brangelina langskwamen.

Maar kennelijk schuilt er in ieder toch een moviestar.
En ook moviestars hebben toiletpapier nodig.

maandag, juni 14, 2010

Balie van vakantieparadijs

“Ja, ergens ver weg
Dat lijkt mij wel wat
-Alhoewel, voor mij is alles langer dan een half uur ver weg
En met een beetje mazzel
Verdwaal ik snel
Loop ik uren in eenzelfde rondje-

Nee, ik bedoel, doe maar gewoon ergens ver weg
Iets met tijdverschil enzo
-Alhoewel, mijn tijd verschilt altijd van de werkelijke
Dus eigenlijk
Maakt dat ook niet zo heel veel uit
Ik loop wel op tijd, maar mijn tijd loopt niet mee-

Of wat ik wil is gewoon weg
Van al die dingen waar ik liever niet aan wil denken
-Alhoewel, als ik terug ben zullen ze er gewoon zijn
Want lopende zaken
Nemen helaas niet de benen-“

De man achter de balie
van Vakantieparadijs
Slaakt een hele diepe zucht.
“Mevrouw, mevrouw,
Wat wilt u nou?
Maak nou toch een keuze!
Wilt u rennen, vliegen, duiken…?”

“Nou…
weet u, meneer,
doe mij maar gewoon
Zo’n tropisch eiland
Dat lijkt mij wel wat
En dan zo eentje met een hangmat

Want zelfs alleen maar van al dat geloop
Ben ik best aan vakantie toe.”

donderdag, april 29, 2010

Filmrecensie “De hel op 5 hoog”

Als je denkt dat pure oorlog, de gruwelijke spanning beladen met enkel haat, alleen in het buitenland kan voorkomen, dan zal deze documentaire je uit de droom helpen. “De hel op 5 hoog” is het ontroerende en aangrijpende verhaal van een uit de hand gelopen ruzie in Amsterdam. Alhoewel de première pas volgende maand plaatsvindt, is deze nu al acht keer genomineerd. Critici zijn lovend en hebben het zelfs over de ‘film van het jaar’.

“De hel op 5 hoog”, gebaseerd op het gelijknamige waargebeurde boek, vertelt het verhaal van een jong zwervend stelletje dat er alles aan doet om een gelukkig leven te leiden. Het stel is hopeloos verliefd op elkaar en wil graag samenwonen en kinderen krijgen. Het is echter moeilijk in zo’n grote stad als Amsterdam nog woonruimte te vinden. Overal waar ze komen worden ze weggejaagd en uitgespuugd. Werk vinden is lastig, want beiden hebben een handicap: hun zicht is beperkt en beiden leiden aan plaatselijke Parkinson aan hun nek. Een uitkering ontvangen ze ook al niet, want ze worden nergens toegelaten. Voor hen is het een kwestie van overleven; eten uit vuilnisbakken of van de straat is hen niet ongewoon. Wanneer zij dan eindelijk een plekje vinden, klein, maar beschut, lijken heel even hun zorgen voorbij te zijn. Maar dan begint het drama pas… Wanneer de buurvrouw hun bestaan ontdekt, vernietigt zij hun woning en dwingt zij haar meerdere malen tot abortus. “Ze maakt ons leven tot een hel!” schreeuwt de wanhopige Dora Uif. Is het mogelijk dat Dora Uif met haar vriend een gelukkig leven kunnen leiden in Amsterdam? Zullen ze ooit worden geaccepteerd?

Regisseur: S. Speelheuvel. Cast: D.Uif: Kim Feenstra; Buurvrouw E. Va: Carice van Houten. Speelduur: Ruim 4 jaar. De film is geschikt voor 12 jaar en ouder.

dinsdag, maart 09, 2010

VROUWELIJKE ROMANTICUS ZOEKT KLUSJESMAN

De crisis om mij heen
Maakt mij een romanticus

Het reparen van een lamp
Het zoeken naar het licht

En daar waar ik woonde,
studeerde, at en sliep

Daar waar mijn bestaan
Ten volste werd benut

Leefde ik in donkerte
Maar, gelukkig kwam er licht

Weken, maanden, jaar verstreek
En alles leek toen prima

Maar wederom vertrok het licht
Daar waar ik primair van leefde

Waar ik was en vies van ben
Waar ik mijn verlangen vervul

Verlichting stak ik aan
Hoop op beter kunnen zien

Met wat verbeelding zag ik wat
Maar zien deed ik wat minder

Op de tast ging ik maar af
Mijn neus ook achterna

Tot dan toe als een blinde malle
Met vooruitzicht in gedachten

Maar wederom vertrok het licht
Daar waar ik primair van leefde

Waar ik was en schoon van ben
Daar waar ik mijn vuil vervang

Het reparen van een lamp
Het zoeken naar het licht

Het vinden van de juiste dingen
Dat je weet waartoe het leidt

Enkel de weg, de binnenbaan
Is een verlichting in mijn bestaan

En romantisch is het beeld
Het plaatje wat ik hier nu schets

Een grot bezaaid met kaarsjes
-Weliswaar met warmte en romantiek

Even wennen - ja dat zeker,
In de donkere kamer van mijn grot

Het reparen van een lamp
Het zoeken naar het licht

Leef ik nu in donkerte
Hopend op wat licht

zondag, februari 28, 2010

Ondergesneeuwde jeugd

Witte ruis
Geeft rust
Het is niet meer
Maar zal er zijn
Altijd en overal

Misschien stopt het waarom
En is dat ongewoon
Gewoon zoals het is

Witte ruis
Tijd voor rust
Want in teveel lawaai
Is ruis oorverdovend stil

Een kleine aanwezigheid
Laat na
Een grote afwezigheid

Sereen en feeëriek
Onschuldig en schitterend
Witte ruis

De paarse gloed
Verwarmt mijn bestaan
De slingers hangen uit

Witte ruis
Geeft rust
Het is niet meer
Maar zal er zijn
Altijd
en overal

maandag, februari 22, 2010

The story of the red curtain

Er was eens…

Er was eens één rode draad, een hele erge lange.
Die rode draad, die is zo lang, zo lang als mooglijk is.
Hij gaat zo snel, wordt oh zo lang, hij dendert er op los,
takken en lianen langs, totdat, ineens totdat.

Totdat, ineens, de rode draad, een halt krijgt toegewezen.
De politieman, gehuld in blauw, blokkeert de weg. “Zeg,
stop nu eens, waar bent u nou mee bezig?”

De rode draad, die schrok ervan, en stamelde verward:
“Oh..eh…juist ja.. U vraagt mij wat ik doe?
Ja ziet u, ik begon gewoon, dat is wat ik nu doe”

De politieman, die keek hem aan en schudde met zijn hoofd
“De vraag was niet, hoe u begon.
De vraag die was, wat u hier doet.”

De rode draad, die schrok ervan, en trok een beetje bleek.
“Tsja, oh, tsja meneer agent, een goeie vraag, dàt zeker.
Maar kunt u mij dan zeggen dan, waar ik ben aanbeland?”

De politieman knikt vriendelijk, en zegt, terwijl hij er bij wijst:
“U bent nu bij Het Einde. Kijk, de ruimte is beperkt.”
De rode draad, die tuurde, maar zien deed hij het niet.
“Ik zie daar toch een horizon? Wat is dan wat beperkt?”

“Die ronde houten plaat, ziet u, ja, daar waar u op staat.
Die houdt gewoon een beetje op. Het is niet anders. Wel wat laat.
Maar kom en kijk. De trap is daar. Neem die nu naar benee.
Vervolgens loopt u alsmaar door, zo ver zover, totdat.

Totdat zover u niet meer kunt. Het houdt gewoon dan op.
Daar vervolgens staat een trap, bestijg, en u gaat door.
Daar zoekt u dan wat u weg was, terug van weggeweest.
Daar vindt u weer wat uw weg is, u bent bij Het Begin.”

“Oh dank voor uw begrip, meneer. Wat dom, ik zag niet in.
Maar goed, weet u, ik ben zo blij, zo blij met vooruitzicht.”
En daar ging toen de rode draad, vol met goede moed.
Hoofd zwevend in de wolken en een snelle tred zo ver.

Totdat hij zag die treden trap, zo hoog tot aan de hemel,
Hij klom, hij klom, t werd zo waar, onverwacht toch zeker zwaar.
Totdat, ineens, een bliksemslag, zo helder aan de hemel,
Daar was hij dan, bij Het Begin, en nu kon hij dan zijn.

vrijdag, februari 19, 2010

Het ongewisse van het ongewassen

“Maar waarom heb je dat dan niet alvast in de week gezet?”
Ze zei het op zo’n lichtelijk geïrriteerde toon alsof ik weer eens lui was. Ik kon haar in dat op zicht ook geen ongelijk geven: lui zijn was mijn tweede aard, zoniet mijn eerste.

“Ja, maar dat weet ík toch niet hoe dat allemaal werkt?”, reageerde ik verontwaardigd. Toen ik mijzelf dat hoorde zeggen, bedacht ik me dat het inderdaad niet veel werk geweest zou zijn als ik die panty en BH in de week had gezet. Het was een kwestie van een bak water vullen en de kledij erin te stoppen. Het meest verontwaardigd was ik dan ook op mijzelf: eigenlijk wist ik niet hoe een handwas werkte.

“Ik wist het gewoon niet!”, verontschuldigde ik mij, “Als ik een handwas doe, dan ben ik met zo’n drie minuten klaar: ik pak het kledingstuk, doe het onder de kraan, doe er wat wasmiddel bij, ga het een beetje opwrijven, spoel het uit, en vervolgens herhaal ik het ritueel weer van vooraf aan. En daarna spoel ik het twee keer uit en dan hang ik het op. Ik zeg je, met drie minuten ben ik klaar, niets weken…”

Ze zweeg en ze keek me aan met zo’n blik van ach-waar-maak-ik-mij-ook-druk-om. Alsof ze wist dat ik me namelijk wel druk ging maken. Want, hoe werkt een handwas dan? Wat doe ik nu fout?Ik kwam tot de conclusie dat ik weer de fijne kneepjes van de Huishoudkunde niet wist. Misschien moest ik mij er toch maar eens in gaan verdiepen…

Diezelfde gedachte werd nogmaals bevestigd toen ze mij vroeg waarom ik die paarse deken in de “witte was” had gedaan. “Witte was? Nee, die paarse deken heb ik in de bonte was gedaan,” concludeerde ik simpel, “Ik bedoel, hij is toch paars?”

Ik krabte nog eens op mijn hoofd, want ik snapte toch écht niet wat zij bedoelde. Niet dat krabben op je hoofd helpt, het is niet zo dat je hersenschors meer zuurstof ervan krijgt, maar goed, dat terzijde.

“Ik ken maar twee programma’s, programma 2 en programma 3! En programma 2 die doe ik in combinatie met 60 graden en programma 3 doe ik op 30 graden!”, zuchtte ik weer verontwaardigd. “En dan doe ik de kleurtjes bij elkaar: wit, bont of donker! Wat doe ik dan fout? En ja, nu doe ik ook soms ook programma 5: een wolwas. Zeg maar, van die was die je eigenlijk niet mag wassen, tenzij er een streepje onderstaat ofzo en dan kan je het wel wassen…toch?”

Mijn moeder zweeg. In eerste instantie ging ik er vanuit dat ze begripvol zweeg. Maar, nadat ze weg was en ik het nogmaals overpeinsde, bekroop mij steeds meer het idee dat ze zweeg, omdat ze dacht dat ik hopeloos was.

Misschien dat ik het nooit zou begrijpen.

zondag, februari 14, 2010

Valentijnspost

Niet dat ik ergens iets verwachtte,
Niet dat ik ergens op iets hoopte

Maar als ik dan mijn ogen blik
Werp op mijn brievenbus

Een bankafschrift van Ie-eN-Ge,
En nog eentje van de Rabobank,
Een pizzafolder: twee voor één,
En zelfs eentje namens God:
Reclame om mij te bekeren

Blij verrast is niet het goede woord
En natuurlijk, t’is mijn fout

Niets verwachtend
Niets ophopends

Maar voor een roker zoals ik
Met “Junk” als label opgehangen
Is het laatste wat ik dacht
Zoveel junkmail te ontvangen

donderdag, januari 21, 2010

Ode aan de mus (een haiku)

Hoor ik de morgenstond
Bij het krieken van de dag
Hopend op gezang

Maar als ik luister
Zingt deze vogel geen lied,
Enkel een klaagzang

Nee, in zo’n geval,
Kan je mij wél blij maken
Met een dode duif

donderdag, oktober 22, 2009

Omelet du fromage

Ze nam nog maar een hijs van haar sigaret. Ze moest namelijk een belangrijke beslissing nemen. Niet een hele belangrijke eigenlijk. Zo hoefde ze niet te besluiten of ze naar de maan zou gaan. Of dat ze in Nepal viskoekjes ging bakken. Of dat ze vrede moest gaan sluiten daar ergens in het Oosten. Waar precies in het Oosten wist ze eigenlijk ook niet. Topografie was niet haar sterkste kant. Eerst vond ze dat wel vervelend, maar tegenwoordig, met de komst van GPS, Google maps en TomTom, vond ze het eigenlijk wel prima. Je kon nu eenmaal niet alles weten.

Nee, zij moest besluiten wat ze zou gaan eten. Haar maag knorde heel erg en ze had honger. Niet trek, nee honger. Ze wist wel dat ze dat eigenlijk niet mocht zeggen, want ‘kinderen in Afrika, díe hebben honger’. Ze vond dat mensen die dat zeiden eigenlijk maar een beetje stom. Alsof het een wedstrijdje was wie het meeste honger had. Ze begreep wel dat ze het hier goed had en dat ze het in Afrika wat slechter hadden, maar dat nam toch niet weg dat haar maag knorde? Ze vond daarom ook dat ze honger had.

Hm, wat zou ze gaan eten? Een broodje met een gebakken ei? Een spiegelei of omelet? Of gekookt? Of toch maar een hamburger? Of een mini pizza? Of een pistolet met iets? Ze had nog ergens geitenkaas in de koelkast liggen. Of zou ze een soepje maken?

Ze zou ook patatjes kunnen maken. Maar dan stinkt haar keuken weer zo. Ze besloot dat dat niet een goed idee was. Ze zou ook pannenkoeken kunnen maken. Spek had ze ook nog wel. Maar eigenlijk vond ze dat nu teveel werk. Even denkt ze er nog over om een cake te gaan maken, maar dan moet dat weer zo lang in de oven en ze had NU honger. Ze zou chips of kroepoek kunnen eten, maar dat vulde niet zo goed. Of ijs. Maar ze was niet zo’n zoetekauw en vijf happen daarvan zal niet haar honger kunnen stillen. En als ze dan meer happen nam, dan werd ze daar eigenlijk een beetje misselijk van.

Pff, wat een gedoe, dacht ze bij zichzelf. ‘Misschien als ik nu denk dat ik geen honger heb, gaat mijn honger wel over’, probeerde ze te denken. Niet dat dat hielp, want haar maag rommelde er flink op los.

Ze zag nog wat vlokken op een bordje liggen van vanochtend. Die nam ze maar, om de eerste honger te stillen. Echt genieten deed ze er ook niet van. Het was weliswaar wel echte chocola, niet van dat cacaofantasie. Dat vond ze altijd een beetje gek, vlokken of hagelslag van cacaofantasie. Dat je dat dan op je brood strooide en dat je de chocolade dan aan het hallucineren was ofzo. Dat het niet echt was, maar slechts een fata morgana. Maar goed, het beetje vlokken wat ze at hielp niet echt, want haar maag rommelde er nog steeds flink op los.

Ze besloot weer een sigaret op te steken, want dan had ze het idee en gevoel dat ze tenminste iets binnen kreeg. Ze wist stiekem ook wel dat dat niet echt de beste oplossing was, maar het was tenminste iets.

Ze stond net op het punt te besluiten dat ze voor de hamburger moest gaan. Dat vulde tenminste, was lekker warm en met al die sauzen een heerlijk kliederfestijn. Maar gisteren en eergisteren had ze dat ook al gegeten en dat kwam nu haar neus wel een beetje uit. Niet echt natuurlijk, want dat zou wel vies zijn. Volgens haar paste dat ook helemaal niet. Of het zou in allemaal kleine stukjes eruit moeten komen. Bah, wat een vieze gedachte eigenlijk. Ze probeerde er niet aan te denken, maar hoe langer ze er niet over wilde denken, hoe groter haar gedachtes over werden. Dat er dan augurk uitkwam. En dat terwijl ze augurk op een hamburger echt vies vond. Zo’n vies klef groen snotterige augurk vond ze gewoon niet smakelijk op een hamburger. Komkommer vond ze daarentegen wel lekker op een burger. Dat was eigenlijk dan wel een beetje gek, want een augurk was wel familie van de komkommer. Ze wist niet precies in welke lijn familie. Ze probeerde zich voor te stellen of het dan een broer was of juist een oma. Of misschien was het wel een achternicht. Of het was de broer van de zus van de moeder van de vader van de dochter van de aangetrouwde oom ervan. Poe zeg, dat was wel een zeer ingewikkelde constructie. Haar maag knorde weer en herinnerde haar dat ze toch echt een keuze zou moeten maken.

Zou ze dan toch voor het gebakken ei gaan? Ze probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn als zij een gebakken eitje zou gaan eten. Zou ze het op een bruin broodje doen? Of op een maisbroodje? Of toch maar een wit casinobroodje? En zou ze de dooier heel laten of zou ze er toch een omelet van maken? Of, ze zou een roerei met tomaat kunnen nemen. Of nee, dat kon niet, want ze had geen tomaten.

Ze had eergister wel boodschappen gedaan en tomaten gehaald, maar toen ze eenmaal thuis was, kwam ze erachter dat ze de tomaten vergeten was. Daar baalde ze wel van, maar ja, ze had ook geen zin om terug te gaan naar de supermarkt.

Wel had ze zongedroogde tomaten. Dat zou ze wel kunnen doen. Dat was weer eens wat anders. Roerei met zongedroogde tomaten en dan nog met parmazaanse kaas erover gesmolten. En dan op een geroosterd maisbroodje besmeerd met Calvé mayonaise. Ja, dat leek haar wel wat en ze besloot dat dit haar keuze was.

Haar maag knorde instemmend.